Mr.

46 / Mr. 1 2018 B ijster interessant vond Rob van der Hoeven zijn studie de eerste twee jaar niet. Hij begon in 1976 met rechten aan de Universiteit Utrecht en ging er al snel bij werken. “Als roadie en licht- en geluidsman voor de theaterversie van de Film van Ome Willem , van Edwin Rutten. Binnen een jaar heb ik alle theaters van Nederland gezien. Een volstrekt andere wereld. Toch ben ik via de vriendenkring die ik daar opdeed met de advoca- tuur in aanraking gekomen. Ook mijn afstudeeronder- werp, auteursrecht, komt uit die hoek. Zo is die baan be- palend geweest voor keuzes die ik heb gemaakt. Tegen het eind van de studie, die later alsnog interessant werd, wist ik dat ik advocaat wilde worden. De diversiteit aan mensen en problemen die je in het vak tegenkomt trok mij, en ook het opkomen voor de partij die minder moge- lijkheden heeft. De verhouding tussen het grote over- heidsapparaat en het individu intrigeerde me. Als ik nu een studie moest kiezen, zou ik weer rechten doen, en dan bewuster dan toen.” Evenmin als Van der Hoeven begon Sophie Stevens haar studie, aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, met het idee om de advocatuur in te gaan. “Die gedachte speelde wel, maar op de achtergrond. Als kind kon ik al slecht te- gen onrechtvaardigheid. Werd er iemand gepest, dan ging ik ertussen staan en probeerde ik de situatie recht te zetten. Strafrecht sprak mij tijdens de studie direct het meeste aan. Verdachten bijstaan, dat wilde ik. Het vak Pleitoefening, een soort moot court , gaf de doorslag. Nu ik sinds september daadwerkelijk strafrechtadvocaat ben, weet ik dat rechten de goede keuze was. Ja, ik zou het zeker weer doen.” Een senior en een junior advocaat praten met elkaar over de studie, de advocatuur en het vakgebied dat zij delen. Voor Rob van der Hoeven, advocaat sinds 1984, en Sophie Stevens, advocaat sinds 2017, is dat financieel-economisch strafrecht. DOOR HENRIETTE VAN WERMESKERKEN FOTO’S CHRIS VAN HOUTS ‘STUUR IN EEN VROEG STADIUM BIJ’ SENIOR/JUNIOR ENERGIE Van der Hoeven begon in 1984 in de algemene praktijk, maar is zich al snel gaan specialiseren in het strafrecht. “Daarin wilde ik verder. De eerste tien jaar deed ik alleen