Uit onderzoek van de Rechtspraak blijkt dat er geen fouten zijn gemaakt bij de oplegging en verlenging van tbs-maatregelen in alle nu lopende zaken. De oplegging van tbs (terbeschikkingstelling) is in al deze zaken onderbouwd door minimaal één delict dat deze maatregel rechtvaardigt.
Eerder dit jaar bleek dat in twee zaken de tbs-maatregel onterecht was opgelegd dan wel verlengd. De Raad voor de rechtspraak en de presidenten van de gerechten besloten daarop alle lopende 2.491 tbs-zaken tegen het licht te laten houden.
Een taskforce trof geen fouten aan, maar vraagt wel bijzondere aandacht in 30 specifieke zaken waarin meestal geen fysiek geweld is gebruikt. In verband met recente jurisprudentie vergen deze zaken bij de beoordeling van mogelijke verlenging van tbs nadere aandacht, zo stelt de taskforce.
Tbs mag alleen worden opgelegd voor zware misdrijven. In beginsel mag tbs niet langer dan vier jaar duren. Alleen bij geweldsdelicten kan tbs na vier jaar door de rechter worden verlengd.
