Aanleiding voor de beslissing van de Hoge Raad is een zaak van de rechtbank Den Haag over een persoon die zich zestig procent als man en veertig procent als vrouw identificeert. Deze persoon wil dat zijn geboorteakte zo wordt aangepast dat bij het geslacht een letter X wordt vermeld. De Nederlandse wet biedt hiertoe nog geen mogelijkheid, waardoor verzoeken om aanpassing regelmatig bij de rechter terechtkomen. Rechtbanken gaan hier verschillend mee om. Dit was aanleiding voor de rechtbank Den Haag om via prejudiciële vragen de Hoge Raad om uitleg te vragen over de beoordeling van dergelijke verzoeken.
Koerswijziging
De Hoge Raad geeft aan dat het zijn rechtsvormende taak te buiten gaat om de prejudiciële vragen genderneutrale registratie te beantwoorden, nu “wetgeving op dit terrein in de nabije toekomst valt te verwachten”. Het is in beginsel een taak van de wetgever om te bepalen hoe personen door de overheid worden geregistreerd, aldus de Hoge Raad.
Hiermee sluit de Hoge Raad aan bij een koerswijziging van de minister voor Rechtsbescherming. Eerder nam deze namelijk het standpunt in dat het wenselijk was om ontwikkelingen in de rechtspraak af te wachten alvorens over te gaan tot wetgeving. Dit standpunt is onlangs verlaten en het kabinet heeft stappen gezet om op korte termijn te komen tot wetgeving.
Rechtbanken (voorlopig) aan zet
De Hoge Raad biedt de rechtbanken dus voorlopig geen helpende hand. Totdat de nieuwe wetgeving een feit is, betekent de uitspraak dat het aan de lagere rechters is “om in elke concrete zaak aan de hand van de aard en inhoud van het verzoek en de verdere omstandigheden van het geval te beslissen.”
