Een eventuele ‘harde Brexit’ – en de kansen daarop worden steeds reëler – heeft vervelende consequenties voor advocaten die in het Verenigd Koninkrijk hun beroepskwalificatie hebben behaald. Zij kunnen geen beroep meer doen op bepaalde artikelen van de Advocatenwet.
De algemene raad van de Nederlandse Orde van Advocaten heeft in kaart gebracht wat een no deal-Brexit betekent voor in het VK gekwalificeerde advocaten die (ook) in Nederland werken. Bij een harde Brexit kunnen Britten geen rechten meer ontlenen aan EU-richtlijnen over de erkenning van beroepskwalificaties en de uitoefening van het beroep van advocaat in andere lidstaten. Het VK is dan immers geen lidstaat meer maar een ‘derde land’.
Zo geven de artikelen 16a tot en met 16k van de Advocatenwet advocaten met een in de EU behaalde kwalificatie het recht om onder ‘home title’ juridische diensten te verlenen of zich in Nederland te vestigen. Aanvragen om als advocaat te worden ingeschreven op grond van artikelen 2a en 2b Advocatenwet worden na de datum van uittreding niet meer in behandeling genomen. Datzelfde geldt voor aanvragen voor erkenning van beroepskwalificaties op grond van artikel 2 eerste lid onder c.
Lopende verzoeken, ingediend voor het moment van uittreding, worden wel behandeld. Het feit dat het VK niet langer lid is van de EU, vormt geen grond voor afwijzing. Dit geldt eveneens voor verzoeken op basis van de zogenoemde ‘Morgenbesser-jurisprudentie.
Advocaten met vragen kunnen terecht bij de helpdesk van de NOvA, helpdesk@advocatenorde.nl. Advocaten die werkzaam zijn in het Verenigd Koninkrijk worden verwezen naar de websites van de Law Society of England and Wales, de Bar Council of England and Wales, de Law Society of Scotland of de Law Society of Northern Ireland.
