De pilot waar het om draait, liep sinds eind 2024 en bestond er onder meer uit dat getuigen in geselecteerde strafzaken niet langer door de raadsheer-commissaris, maar door een senior gerechtsjurist werden verhoord. Dit om de grote achterstanden in strafzaken sneller te kunnen wegwerken.
Een gerechtsjurist is echter helemaal niet bevoegd om zo’n verhoor af te nemen, zo betoogde de procureur-generaal bij de Hoge Raad eind juli, toen hij een vordering indiende tot cassatie in belang der wet. Die vordering is nu toegewezen, waarmee de cassatie is geslaagd.
Onjuiste rechtsopvatting
Het besluit van de raadsheer-commissaris van het hof Arnhem-Leeuwarden om, in het kader van de pilot, een getuigenverhoor niet zelf uit te voeren, maar dit over te laten aan een gerechtsjurist, geeft volgens de Hoge Raad blijk van een ‘onjuiste rechtsopvatting’. “Omdat het Wetboek van Strafvordering niet in die mogelijkheid voorziet. Het cassatiemiddel klaagt daarover terecht.”
Wat de werkwijze van het hof problematisch maakte, is het feit dat er niet aan de wettelijke waarborgen rondom een getuigenverhoor kan worden voldaan als dit verhoor niet door een rechter wordt afgenomen, zo betoogde de PG eind juli. Tegen een rechter kan er bijvoorbeeld een wrakingsverzoek worden ingediend, maar tegen een gerechtsjurist niet.
De Hoge Raad vernietigt daarom de beslissing van de raadsheer-commissaris. Voor de strafzaak die de aanleiding vormde voor de vordering van de PG heeft het besluit overigens geen inhoudelijke gevolgen.