Toen ik jong was, zat ik elke week vooraan in de katholieke kerk in Arnhem, waar ik vandaan kom. Het kerkkoor werd begeleid door een combo, dat bestond uit een organist, drummer, bassist, gitarist en dwarsfluit. Sinds mijn twaalfde speel ik gitaar. In die tijd was ik gek op de muziek van Crosby, Stills, Nash & Young en van Simon & Garfunkel. Toen de combo-gitarist stopte, mocht ik hem vervangen.. Met het combo speelden we onder meer tijdens de nachtmis, met kerstmis. In de pauze van de mis speelden we intermezzo’s uit de film Turks fruit uit 1973, naar het boek van Jan Wolkers. Zoals ‘Dat mistige rooie beest’. De kerkgangers complimenteerden ons daarmee. Ze hadden natuurlijk geen idee waar die muziek vandaan kwam en waar het over ging.’
‘Het combo – dat in de kerk repeteerde – werd een band, waarmee we blues speelden. Geweldige muziek, dan gingen we echt los. Daar kregen we van de pastoor wel opmerkingen over, maar het mocht! Ik ben altijd gitaar blijven spelen. In de tijd dat ik studeerde traden we een keer op in de Melkweg in Amsterdam. Verder speelden we vooral op schoolfeesten en in discotheken. We speelden bestaande nummers maar schreven zelf ook nummers. Ik herinner me een nummer ‘Arnhemse meisjes’, genoemd naar een bekend Arnhems koekje.’
‘Verschillende bands volgden elkaar op. Ze heetten ‘Fitting’, ‘Follow that car’, ‘5mb’, dat stond voor ‘vijf mannen bijeen’. We speelden vaak covers van meerstemmige popmuziek. Sinds twee jaar zit ik in de band Kasteelbier. Goede muzikanten. Niet professioneel, iedereen heeft een ‘gewone’ baan, net als ik, maar ik durf ons wel semiprofessioneel te noemen. Kasteelbier is opgericht tijdens een verjaardagsfeestje in een café. Op de selfie die we maakten zag je een bord van het biermerk Kasteelbier op de achtergrond. Het is best lastig een naam voor een band te verzinnen, en zo is Kasteelbier onze naam geworden.’
‘We repeteren eens in de drie weken en treden vijf, zes keer per jaar op. Meestal in cafés, ook wel op festivals. Eens per jaar organiseer ik in mijn tuin vlakbij Nijmegen een muziekfestival waarvoor we verschillende bands uitnodigen. Dan gaan we lekker jammen. Inmiddels spelen wij met onze band vooral wat ik oude lullen-muziek noem. Nummers van David Bowie, de Stones, Big Star, Stevie Wonder, Neil Young. En dan niet de grote hits, maar bij voorkeur de wat minder bekende nummers. Ik geniet enorm van het spelen. Het geeft energie. Ik zou niet zonder de muziek kunnen. Hoe druk het in mijn leven ook is, de muziek hoort er gewoon bij. Zo is het altijd geweest.’