Tijdens het debat waren er bijdragen van zeven Kamerfracties, waaronder van D66 zelf, indiener van het initiatiefwetsvoorstel. Het wetsvoorstel zou, naast het schrappen van de bijzondere aanwijzingsbevoegdheid van de minister van Justitie, ook de inlichtingenplicht van het College van procureurs-generaal beperken. Tot slot formaliseert het wetsvoorstel dat de uitoefening van taken en bevoegdheden door het OM in een concreet geval gebeurt zonder ondergeschiktheid aan de minister.
Apk-keuring
D66 onderbouwde het wetsvoorstel bij monde van Jan Paternotte met de stelling dat de democratische rechtsstaat met de bestaande bijzondere aanwijzingsbevoegdheid “niet door de apk-keuring” komt. Kwaadwillenden zouden die bevoegdheid in de toekomst namelijk weleens kunnen misbruiken voor politiek gewin. D66 wijst daarbij naar recente voorbeelden uit het buitenland.
Het wetsvoorstel kan in de huidige vorm op de steun van onder meer NSC, GroenLinks-PvdA en de SP rekenen. Het CDA is ook positief, maar houdt een slag om de arm en wil, in navolging van de Raad van State in een eerder stadium, verdere onderbouwing zien voordat men definitief steun toezegt.
‘Niet nodig’
De twee overige aanwezige Kamerfracties, die van VVD en BBB, zijn minder enthousiast over het wetsvoorstel zoals het er nu ligt. Volgens Kamerlid Ellian (VVD) is het schrappen van de bijzondere aanwijzingsbevoegdheid niet nodig, omdat het geen probleem oplost. BBB vindt dat als de minister politiek verantwoordelijk is voor het OM, de minister ook de bijzondere aanwijzingsbevoegdheid moet hebben.
Meerderheid
Desalniettemin kunnen Sneller en D66 voorzichtig optimistisch zijn, want met de huidige zetelverdeling in de Tweede Kamer lijkt het initiatiefwetsvoorstel al op de steun van ruim zestig zetels te kunnen rekenen. Dat betekent dat steun van enkele kleine Kamerfracties die tijdens het debat afwezig waren, zoals ChristenUnie, VOLT, PvdD en DENK, al ruimschoots voldoende zou zijn om aan een meerderheid te komen.
Sneller moet nu met reacties op de debatbijdragen komen, waarna de behandeling van het wetsvoorstel op een later moment wordt voortgezet. Wanneer dat is, is op dit moment nog niet bekend.
