Rechtsstatelijkheid is ook in ons brave, goed georganiseerde constitutionele Nederland zeker geen rustig en vanzelfsprekend bezit. Dat zei Jan Loorbach, algemeen deken van de Nederlandse Orde van Advocaten, tijdens de Maaskantlezing die hij afgelopen vrijdag verzorgde. Hij roept op waakzaam te zijn waar het gaat om ‘het kostbare kleinood dat de rechtstaat is’. Ieder jaar wordt deze lezing georganiseerd door de Juridische Hogeschool Avans-Fontys. De middag werd geopend door Gerard Hupperetz, directeur van de Juridische Hogeschool Avans-Fontys.
Eerst gaf Suzanne de Rooij (docent aan de hogeschool) een presentatie over de hbo-jurist. Zij promoveerde begin dit jaar op dit onderwerp. De Maaskantlezing, met als onderwerp ‘De rol van de jurist in de rechtstaat van 2013’, werd vervolgens ingeleid door Stef-Jan Willard, voorzitter van het bestuur van de hogeschool.
Loorbach concludeert dat principiële waarborgen voor de rechtsstaat ‘soms verdraaid onhandige dingen zijn voor een overheid die van ongecompliceerd aanpakken wil weten of die door de financiële crisis zaken sober en versimpeld wil aanpakken’. Hij vervolgt: “Maar voor de voorzieningen die een rechtsstaat kenmerken geldt niet voor niets dat ze fundamentele rechten worden genoemd. Juist in moeilijke omstandigheden is het dus van groot belang dat de prioriteit van die fundamentele rechten wordt onderkend. En hier ligt de maatschappelijke opdracht van alle mensen die een goed juridisch inzicht paren aan goede wil: wees waakzaam waar het gaat om het kostbare kleinood dat de rechtsstaat is. Spreek en handel vroegtijdig als er een dreiging is. Dat u die maatschappelijke opdracht onderkent en in uw verdere bestaan met u mee wilt dragen wens ik u – en Nederland – van harte toe.”
