We kennen de voorbeelden al uit het buitenland, en we weten dat rechtenstudenten er weleens toe worden verleid, maar nu lijkt het voor zover bekend voor het eerst echt raak: een advocaat in de Nederlandse rechtbank die zonder menselijke check AI-output indient bij de rechter. De zaak die het betreft, diende afgelopen zomer bij de rechtbank Rotterdam. De uitspraak is eind augustus gepubliceerd op Rechtspraak.nl. Daarin valt de volgende passage op:
“Tijdens de mondelinge behandeling is vastgesteld dat alle verwijzingen in de conclusie van antwoord naar uitspraken van de Hoge Raad onjuist zijn. In de conclusie van antwoord heeft Dwaard verwezen naar (vermeende) uitspraken van de Hoge Raad ten aanzien van het handelsnaamrecht, met vermelding van een (vermeend) ECLI-nummer. Geen enkele van de aangehaalde (vermeende) arresten heeft betrekking op het handelsnaamrecht. Sommige ECLI-nummers horen bij strafrechtelijke uitspraken, andere bestaan in het geheel niet.”
Converteren
In de zaak waarom het draait, is een Hoek van Hollands bedrijf (Dwaard) voor de rechter gedaagd vanwege het gebruik van een handelsnaam en bijpassend logo die al in gebruik zijn door een bedrijf uit Rockanje. Eind juni heeft een mondelinge behandeling van het geschil plaatsgevonden, waarbij vanzelfsprekend ook de advocaat van Dwaard – ene F. van den Berg uit Den Haag – aanwezig was.
Tijdens die mondelinge behandeling is het blijkens het vonnis goed misgegaan: letterlijk alle verwijzingen in de conclusie van antwoord zijn onjuist of bestaan zelfs geheel niet. Geconfronteerd met de fictieve ECLI-nummers en onjuiste verwijzingen, heeft advocaat Van den Berg verklaard “dat dit alles is veroorzaakt door een probleem bij het converteren van een word-bestand naar pdf”, zo valt te lezen in het vonnis.
Geen voordeel
Die verklaring valt bij de rechtbank echter niet bepaald in goede aarde: “Deze verklaring roept vragen op.” De rechtbank wijst verder op een mogelijke schending van artikel 21 Rv: de waarheidsplicht voor procespartijen.
Desalniettemin verbindt de rechtbank geen verdere gevolgen of conclusies aan het voorval, omdat Dwaard sowieso in het ongelijk wordt gesteld. “Dwaard heeft per saldo geen voordeel gehad van de onjuiste voorstelling van zaken in de conclusie van antwoord.”
‘Inbreuk op recht’
Op LinkedIn regent het inmiddels verontwaardigde reacties door juristen, journalisten en andere geïnteresseerden. Daarbij staat één overtuiging centraal: deze advocaat heeft klakkeloos AI ingezet zonder zelf nog de output te controleren.
Rechter Joyce Lie (‘Judge Joyce’) deelde de uitspraak op haar profiel, waarop direct flink werd gereageerd. “De rechtbank heeft geen gevolgen verbonden aan deze handelwijze van de advocaat”, zegt advocaat Jeroen Holthuijsen bijvoorbeeld. “Ik mag hopen dat de deken dit vonnis ook leest en aanleiding ziet om hier wél gevolgen aan te verbinden.” Rob Kamphuis, docent privaatrecht aan de HAN, wijst op het mogelijke “gevaar van luiheid en AI in de juristerij”.
Ook op Bluesky maakt het incident de tongen behoorlijk los. Marieke Kuijpers, journalist en factchecker, kan er daar met haar pet niet bij dat een advocaat op deze wijze te werk is gegaan. “Het lijkt me een inbreuk op je recht op een goede verdediging als je advocaat letterlijk naar nonsens verwijst”, zo schrijft ze in een draadje over de kwestie. “Dit is alsof je helemaal geen advocaat hebt. Alleen een ‘machine’ die doet alsof het een advocaat is, nagepraat door de persoon die je advocaat zou moeten zijn.”

 
				 
             
											 
				 
								 
								 
								 
								 
								 
								 
								 
								 
								 
								 
								 
								