De nieuwe persrichtlijn van de Rechtspraak wijkt op twee belangrijke punten af van de vorige: er wordt een accreditatiebeleid voor journalisten ingevoerd en er is sprake van een meer eenduidige informatieverstrekking door de gerechten.
Met de wijzigingen hoopt de Rechtspraak de “belangrijke rol van de journalistiek bij de openbaarheid van rechtspraak” te bevorderen. “Uiteindelijk is er een afweging gemaakt tussen de belangen van de journalistiek en de belangen van procespartijen en deelnemers.”
Accreditatie
Het nieuwe accreditatiebeleid houdt in dat alleen geaccrediteerde journalisten met een geldige perskaart toegang krijgen tot de perstribune en gebruik kunnen maken van andere faciliteiten voor journalisten. Sinds 1 mei van dit jaar kunnen journalisten die accreditatie al aanvragen via de website van de Rechtspraak.
Om als journalist geaccrediteerd te kunnen worden, is een perskaart nodig van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) of van de Internationale Federatie voor Journalisten (IFJ), een politie-perskaart of een lidmaatschap van De Buitenlandse Pers Vereniging (BPV).
Onder de huidige persrichtlijn was het een stuk eenvoudiger om toegang te krijgen tot de perstribune en andere faciliteiten voor journalisten. Dat leidde weleens tot onwenselijke situaties, waarbij journalisten werden gehinderd, lastiggevallen of zelfs strafbaar bejegend door andere personen op de perstribune.
‘Mafklappers’
Onder meer de bekende rechtbankjournalisten Saskia Belleman en Chris Klomp lieten zich in het recente verleden meermaals kritisch uit over deze incidenten. “De Rechtspraak blijft dit soort notoire verstoorders maar met open armen welkom heten”, schreef Klomp bijvoorbeeld eerder dit jaar in een ronkende publicatie op zijn eigen website. Tijdens zijn werkzaamheden was hij, niet voor het eerst, voor ‘pedofiel’ uitgescholden en bedreigd door een vrouw die zich uitgaf als journalist, maar dat niet was.
“Het kan niet zo zijn dat ik steeds in de gaten moet houden welke mafklappers er nu weer voor de rechtbank, in de wandelgangen en zelfs in de perskamer opduiken om hun strafbare waanbeelden schaamteloos te etaleren. Waardoor er letterlijk een onveilige situatie ontstaat voor journalisten die gewoon hun werk komen doen. Kennelijk moet het eerst nog verder uit de hand lopen voor er eens ingegrepen gaat worden.”
Beveiligde omgeving
De tweede belangrijke wijziging in de nieuwe persrichtlijn betreft de informatieverstrekking. Voortaan krijgen alleen nog voor de Rechtspraak geaccrediteerde journalisten toegang tot de digitale, beveiligde omgeving waar inzichtelijk is welke rechtszaken er staan ingepland op alle locaties. Voorheen was deze informatie eenvoudiger toegankelijk.
Opnames
Hoewel de Rechtspraak het zelf niet als wijziging benoemt in het persbericht over de nieuwe persrichtlijn, lijkt het er verder op dat het beleid rondom het maken van beeld- en geluidsopnames gaat veranderen. Waar het in de oude regeling nog ging om een ‘nee, tenzij’-beleid – opnames maken is in principe niet toegestaan, behoudens enkele uitzonderingen – lijkt het erop dat dit nu is veranderd naar een ‘ja, tenzij’-regeling. Het maken van opnames is in principe toegestaan, maar is aan regels en tal van beperkingen onderworpen.
Of dit beleid in de praktijk op hetzelfde neerkomt, of wel degelijk tot belangrijke verschillen leidt, valt uit de stukken evenwel niet eenduidig op te maken.