Ook de NVvR heeft het bericht gelezen over het voornemen van de Dienst Justitiële Inrichtingen om advocaten niet langer toe te staan digitale gegevensdragers mee te nemen in de penitentiaire inrichtingen. In een brief aan de minister en staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, David van Weel en Teun Struycken, vraagt de vereniging voor rechters en officieren van justitie om een toelichting: waarop is de maatregel gebaseerd en hoe gaat de minister dit uitvoeren, zonder fundamentele rechten van verdachten te schenden en een eerlijk proces te verstoren.
Laptopverbod
Maandag 18 augustus werd bekend dat de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) van plan is om advocaten niet langer toe te staan laptops en telefoons mee te nemen tijdens een bezoek aan hun cliënt in detentie. De NVvR heeft pogingen gedaan dit berichten bij DJI en bij het ministerie te verifiëren, maar dat leverde geen reactie op. Daarom schreef de NVvR een brief aan de bewindspersonen.
Eerlijk proces
De NVvR wil – bij monde van voorzitter Marc Fierstra – van het ministerie graag weten of het bericht juist is en zo ja, wat de achterliggende argumentatie is voor deze ‘ingrijpende maatregel’. De NVvR is van mening dat een vergaand verbod zich niet verhoudt tot de rule of law en het recht op een eerlijk proces (art. 17 van de Grondwet en art. 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens). Daarnaast verwacht de NVvR grote problemen voor de strafrechtspleging. “Om een eerlijk en rechtvaardig proces te kunnen voeren, moeten advocaten het strafdossier vertrouwelijk met hun cliënt kunnen bepreken. Nu het strafproces grotendeels is gedigitaliseerd, bemoeilijkt een verbod op het meenemen van digitale gegevensdragers de goede voorbereiding van het proces. Dat zal kunnen leiden tot meer verzoeken tot aanhouding en dus uitstel van de behandeling van strafzaken”, vreest de NVvR. De maatregel leidt daarmee tot een verzwaring van het werk van officieren van justitie en rechters.
Geen rechtvaardiging
Op de dag dat het DJI-voornemen bekend werd, reageerde ook de Nederlandse Orde van Advocaten. “De voorgenomen werkwijze is een vergaande beperking van de goede en professionele beroepsuitoefening waarvoor volgens de NOvA geen rechtvaardiging of grondslag bestaat. Het niet kunnen gebruiken van digitale gegevensdragers tornt aan het recht op voldoende tijd en faciliteiten voor de voorbereiding van de verdediging in (straf)zaken en levert een ongelijke positie van procesdeelnemers op.”
Onnavolgbaar
Soms kunnen advocaten echter toestemming van de vestigingsdirecteur van een PI krijgen om toch een laptop te mogen gebruiken, maar dat noemt de NOvA ‘onnavolgbaar’. “Het is voor de praktijkuitoefening steeds essentieel dat advocaten digitaal kunnen werken én toegang hebben tot het volledige (digitale) dossier van hun cliënt.”