Om tunnelvisie tijdens de opsporing te voorkomen, zouden OM en politie er verstandig aan doen gebruik te maken van tegenspraak uit de advocatuur. Dat betoogden verschillende sprekers, onder wie Ordebestuurder Jan Leliveld, eergisteren tijdens het congres ‘Oog voor de toekomst van opsporing en vervolging’ in Utrecht. Het congres was georganiseerd door het ministerie van Justitie ter afsluiting van het Programma Versterking Opsporing en Vervolging (PVOV), dat vijf jaar geleden werd gestart als reactie op de erbarmelijke gang van zaken bij de Schiedammer Parkmoord. Voor het programma werd destijds 70 miljoen euro beschikbaar gesteld. Het PVOV gaf gevolg aan de aanbevelingen van het rapport van de Commissie Posthumus en sindsdien zijn tal van maatregelen getroffen.
Maar het organiseren van tegenspraak blijft lastig, en is ‘nog niet geïnternaliseerd’, hield procureur-generaal Han Moraal het publiek van politiemensen, forensisch deskundigen, OM-ers, en een enkele advocaat voor.
Dit beeld werd bevestigd door de Utrechtse korpschef Stoffel Heijsman: ‘De cultuurverandering staat nog in de kinderschoenen. Maar het point of no return zijn we inmiddels wel voorbij.’
