Het vonnis waarin de rechter zijn oproep doet, heeft betrekking op een op het oog eenvoudige beroepszaak over een verkeersboete: een bestuurder heeft op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv, ook wel Wet Mulder) een boete gekregen wegens telefoongebruik achter het stuur.
Hoewel er duidelijke foto’s van de overtreding zijn en het boetebedrag conform de door de wetgever aangegeven richtlijn is, is de kwestie tóch voor de rechter gebracht, in dit geval door ‘no cure, no pay’-claimbureau Verkeersboete.nl. Dat is lang niet de eerste keer, maar gebeurt duizenden keren per jaar.
Proceskostenvergoeding
De kantonrechter van dienst is daar nu wel een keer goed klaar mee, zo blijkt uit zijn relaas in het vonnis. “Rechtbanken worden overspoeld met – inhoudelijk vooral kansloze – zaken over verkeersboetes”, zo constateert de rechter. “Hierbij speelt het fenomeen van zogeheten ‘no cure, no pay’-bureaus die procedures voeren om een proceskostenvergoeding te krijgen in plaats van om rechtsbijstand te verlenen.”
Bijkomend probleem is volgens de rechter dat uit een arrest van het hof Arnhem-Leeuwarden van eind juli 2025 voortvloeit dat elke individuele boete in zijn algemeenheid aan het evenredigheidsbeginsel kan worden getoetst. “Dat zijn er enkele duizenden. De kantonrechter vreest dan ook voor een flinke toename van het aantal zaken, terwijl de voorraadkasten al vol liggen. Zo worden zaken die vanuit maatschappelijk oogpunt van groter belang zijn, steeds verder verdrongen.”
Afwijken
De rechter neemt dan ook een opmerkelijke beslissing: hij wijkt af van het genoemde arrest. “Het gerechtshof heeft beoordeeld of het vaste boetebedrag in redelijke verhouding staat tot de ernst van deze gedraging. Dit is een toetsing in zijn algemeenheid aan het evenredigheidsbeginsel. Aldus is het gerechtshof zelf als regelgever opgetreden. Dit kan in een democratische rechtsstaat niet de bedoeling zijn. Al hierom wijkt de kantonrechter van dit arrest af.”
Vervolgens maakt de rechter korte metten met het ingestelde beroep waarover hij moet oordelen: “De gedraging staat vast. Er zijn geen omstandigheden aannemelijk geworden die maken dat de verkeersboete achterwege moet blijven of dat het boetebedrag moet worden gematigd. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.”
Herziening
Daarmee is de kous voor de rechter in kwestie echter allerminst af. Die maakt zich namelijk zorgen over zowel de jurisprudentie van het gerechtshof als over de volhardende werkwijze van de talloze ‘Wet Mulder-cowboys’ die kansloze procedures blijven starten bij de rechtbanken, met als enig oogpunt het incasseren van proceskostenvergoedingen.
“Al deze ontwikkelingen hebben een negatieve invloed op het bieden van effectieve rechtsbescherming aan de burger tegen de overheid. De kantonrechter acht dit zorgwekkend. Een herziening van de Wahv lijkt dan ook voor de hand te liggen. Het is aan de wetgever om dit signaal op te pakken en naar bevind van zaken te handelen.”
