Het opzetten van de nieuwe beroepsopleiding voor advocaten is té risicovol. Door de enorme tijdsdruk is het onmogelijk om een goed onderwijsprogramma te ontwikkelen. Daarbij zijn er te grote onzekerheden als het gaat om kwaliteit en financiën. Dat stellen de besturen van de rechtenfaculteiten van de Universiteit Utrecht, Universiteit Leiden, Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit Amsterdam.
De Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) heeft op 14 september een offerteaanvraag voor de uitvoeringsorganisatie van de Beroepsopleiding Advocatuur gepubliceerd. Daarin worden opleidingsinstanties opgeroepen om zich in te schrijven voor de Uitvoeringsorganisatie die met ingang van 1 september 2013 het onderwijs en examinering voor de nieuwe Beroepsopleiding Advocatuur moet gaan verzorgen. De genoemde universiteiten hebben eerder de intentie uitgesproken om gezamenlijk een offerte uit te brengen. Maar dat gaat niet gebeuren.
In een gisteren verschenen bericht van de universiteiten stellen zij dat het onmogelijk is om aan de opleidingswensen van de NOvA te voldoen. Zij beweren dat het onmogelijk is om binnen de termen van de offerte-aanvraag een goed onderwijsprogramma te garanderen, de organisatie goed in kaart te brengen en een realistische en haalbare exploitatie te ontwikkelen. “Bovendien is de voorbereidingstijd van januari – augustus 2013 onvoldoende om het gewenste programma goed voor te bereiden. De onzekerheden en risico’s zijn te groot en de faculteiten willen niet gokken met kwaliteit en financiën.” Aldus het bericht.
De faculteitsbesturen hebben daarom besloten geen offerte uit te brengen en hebben de Orde bericht het te betreuren dat die zodanige tijdsdruk op de procedure heeft geplaatst dat het ontwikkelen van een goed plan onmogelijk is.
Klik voor het gehele bericht hier.
