De Nederlandse Orde van Advocaten heeft met zorg kennisgenomen van de berichten over de mogelijke verkoop van zogenaamde FinFisher spyware aan de Nederlandse politie. Als de Nederlandse politie inderdaad over deze software beschikt, dan is de vraag of er voldoende waarborgen zijn voor de bescherming van vertrouwelijke digitale communicatie tussen advocaten en hun cliënten. Dat bericht de beroepsgroep op haar LinkedIn-profiel.
De Orde meent dat dezelfde waarborgen vereist zijn die nu worden gehanteerd bij het tappen van telefoongesprekken, waarvoor onder meer een systeem van nummerherkenning is opgezet. Tevens noemt de Orde het zorgelijk dat deze software de mogelijkheid biedt om ook ongericht in computers binnen te dringen en op grote schaal digitale communicatie te onderscheppen.
Opsporingsbevoegdheden kunnen een vergaande inbreuk op bepaalde grondrechten vormen. Bij de inzet van dergelijke bevoegdheden zijn politie en justitie daarom aan strenge regels gebonden, zodat de grondrechten van burgers in voldoende mate worden beschermd. Het gebruik van methoden als FinFisher brengt het risico met zich dat zonder wettelijke basis informatie wordt verkregen van personen die niet verdacht zijn. Als blijkt dat de Nederlandse politie werkelijk gebruikmaakt van FinFisher in de uitoefening van haar opsporingsbevoegdheden, zou zij opheldering moeten verschaffen over de concrete toepassing daarvan. Aldus de Orde.
Dergelijke signalen onderstrepen volgens de Orde de noodzaak om zeer zorgvuldig te kijken naar de regulering van opsporingsbevoegdheden. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie werkt thans aan een herziening van het Wetboek van Strafvordering. In dat kader is ook aandacht nodig voor de voortschrijdende technische ontwikkelingen bij de toepassing van opsporingsbevoegdheden door de overheid, specifiek in relatie tot de bescherming van grondrechten van burgers.
