Dit stelt Jan Naeyé, emeritus hoogleraar van de Vrije Universiteit. Naeyé voerde in opdracht van Politie en Wetenschap een onderzoek uit naar het omgaan met geweld in het politievak.
Naeyé richtte zich in het onderzoek op de interactie tussen politie en gewelddadige of agressieve burgers. Hij onderzocht dit voor een viertal geweldsituaties: optreden tegen uitgaanspubliek, verkeershandhaving, relatietwisten en omgaan met verwarde en gestoorde personen. Uit het onderzoek komt naar voren dat professioneel politieoptreden vraagt om fysieke, sociale en mentale vaardigheden. Politiemensen moeten in meerdere opzichten tegen een stootje kunnen. Ook moet er voldoende beleidsruimte zijn om in specifieke situaties wel of niet ‘door te pakken’.
In uitgaanssituaties zijn vooral de sociale vaardigheden van politiemensen van belang, en moeten er duidelijke grenzen worden gesteld. Bij verkeershandhaving moet de politie vooral anticiperen op bekeuringfrustraties. Bij relatietwisten zijn tact en geduld noodzakelijk, terwijl verwarde agressieve personen omzichtig benaderd moeten worden vanwege het risico op steek- of slagwapens.
Het rapport van Naeyé maakt deel uit van een reeks publicaties in het kader van het miniprogramma van Politie en Wetenschap: ‘Omgaan met geweld’. In dit programma staat de vraag centraal hoe de politie invulling geeft aan haar geweldsbevoegdheid. Hierbij wordt zowel gekeken naar het geweldgebruik door als tegen de politie en de mogelijke interactie daartussen. (bron: VU)
Klik voor de resultaten van het onderzoek hier.
