Dat het al langer borrelt bij de rechtenfaculteit in Nijmegen, werd duidelijk toen voormalig decaan Roel Schutgens eind februari bekendmaakte per 1 maart vervroegd te vertrekken bij de universiteit. Schutgens gaf daarbij aan ruimte te willen geven aan een opvolger “die verder kan gaan werken aan de complexe opgaven waar de faculteit nu voor staat”, daarmee doelend op de ingrijpende bezuinigingen die moeten worden doorgevoerd aan de universiteit.
Tegelijkertijd met het vertrek van Schutgens werd Kompier aangekondigd als nieuwe interim-decaan. Een besluit dat binnen de faculteit op weinig enthousiasme kon rekenen: Kompier werd namelijk benoemd zonder voorafgaand overleg met de vice-decanen. Daarmee deed de universiteit volgens faculteitsmedewerkers afbreuk aan het autonome karakter van de faculteit. Het gevolg: de benoeming van Kompier werd tijdens de Facultaire Gezamenlijke Vergadering ongeldig verklaard, de faculteit erkent hem niet als nieuwe decaan en faculteitsmedewerkers weigeren zelfs elke samenwerking met Kompier.
Onder vuur
De puinhoop aan de rechtenfaculteit is niet de eerste tegenvaller voor Alexandra van Huffelen, die pas deze maand begon als nieuwe voorzitter van het college van bestuur van de RU. Direct na haar aanstelling lag Van Huffelen al onder vuur, omdat ze haar positie als bestuursvoorzitter combineert met haar voorzitterschap van D66. Die dubbele baan is volgens critici schadelijk in het kader van de onafhankelijkheid van de universiteit.
De chaos binnen de rechtenfaculteit komt daar nu dus overheen. Van Huffelen liet, ondanks de hevige kritiek over de benoeming van Kompier, onlangs nog weten dat Kompier in haar ogen ‘uitstekend werk’ had geleverd bij andere faculteiten. Op verdere kritische vragen reageerde de kersverse bestuursvoorzitter vooralsnog niet.
Motie van afkeuring
Als klap op de vuurpijl diende de Universitaire Gezamenlijke Vergadering (UGV) op 11 maart een motie van afkeuring in tegen het bestuur van de universiteit. “De UGV doet dat niet lichtzinnig maar in de overtuiging dat de wijze van handelen bij de benoeming van de interim-decaan niet past binnen de procedures en ‘mores’ van de universiteit”, zo laat het medezeggenschapsorgaan per brief weten.
Tegen het college van bestuur is eveneens een geschillenprocedure gestart door de leden van de UGV. Dat houdt in dat een driekoppige commissie, aangesteld door de centrale medezeggenschap, het college van bestuur en de raad van toezicht, een bindend advies zal uitbrengen over de benoemingsprocedure. De kans is echter groot dat de termijn van Kompier – de interim-decaan werd aangesteld voor een periode van zeven maanden – alweer op zijn einde loopt wanneer die commissie advies uitbrengt.
