De advocaat stond een cliënt bij in een huurrechtzaak. Een woonstichting had de huurovereenkomst ontbonden omdat de huurster (cliënt van de advocaat) zo’n twee jaar haar hoofdverblijf niet in Nederland had, maar in Portugal. De advocaat probeert een minnelijke schikking tot stand te brengen maar dat lukt niet, waarna ze een rechterlijke procedure begint. De advocaat vindt de zaak feitelijk complex omdat zij veelvuldig heeft gecorrespondeerd, én is de zaak juridisch complex omdat het gaat om de ontbinding van een huurovereenkomst en ontruiming van de woning. Bij de Raad voor Rechtsbijstand dient zij een verzoek in om vergoeding voor extra uren rechtsbijstand. De Raad wijst dat af: zo complex is deze zaak niet.
Forfaitaire grens
Volgens de rechtbank Amsterdam is hier wel sprake van feitelijke complexiteit. Er is uitvoerig met de woonstichting gecorrespondeerd om tot een schikking te komen. Het ging om de medische situatie van de cliënt en meerdere medische stukken moesten worden overleg en uit het Portugees vertaald. De advocaat had contact met de GGD of haar cliënt elders een woning zou krijgen als zij uit haar woning zou worden gezet. Dit valt allemaal onder de juridische dienstverlening. Behandeling van de zaak kon in redelijkheid niet binnen de forfaitaire grens plaatsvinden.
Dubbele stukken
Tegen deze uitspraak gaat de Raad in hoger beroep bij Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, en met succes. Dat de advocaat veelvuldig correspondeerde betekent niet dat er sprake is van feitelijke complexiteit: er zijn veel dubbele stukken ingediend en het overgrote deel van de correspondentie is niet juridisch van aard. Het gaat om veel korte mailberichten waarin diverse hulpverleners op de hoogte worden gesteld van de stand van zaken en waarmee wordt geprobeerd contact te leggen. Daarvoor zijn steeds minimaal zes minuten geschreven op de urenspecificatie, ook door kantoorgenoten, maar dat alles behoort tot de normale werkzaamheden van een advocaat, aldus de Afdeling (uitspraak 23 maart 2022). Over de intrekking van de huuropzegging is juist weinig gecorrespondeerd. Werkzaamheden die zijn verricht om tot een minnelijke oplossing te komen kunnen juridisch relevant zijn, maar maken niet dat extra uren moeten worden toegekend. Dat medische stukken uit Portugal moesten worden vertaald, maakt de zaak ook niet feitelijk complex, aldus de Raad van State.
Niet feitelijk complex
Dat de advocaat veelvuldig heeft gecorrespondeerd, maakt de zaak nog niet feitelijk complex. Daarvoor moet worden gekeken naar soortgelijke huurrechtzaken. In dit geval was bij de schikkingspoging hulp van een gesubsidieerde rechtsbijstandverlener niet noodzakelijk: de woonstichting en diverse andere instanties waren al in gesprek om tot een minnelijke schikking te komen. Kortom, de verrichte werkzaamheden maakte deze zaak niet feitelijk complex. Ook omdat de advocaat niet alle opgegeven uren doelmatig heeft besteed en geen hulp nodig had gehad van een kantoorgenoot, hoefde de Raad de extra uren rechtsbijstand niet te vergoeden.
Proceskosten
Wie betaalt de proceskosten? De Raad, volgens de rechtbank. Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling geldt in beginsel dat een advocaat redelijkerwijs geen proceskosten hoeft te maken in een procedure over een vergoeding van door hem verleende rechtsbijstand. Vergoeding van proceskosten in een procedure tegen de Raad is mogelijk, maar dan moet die procedure wel juridisch of feitelijk complex zijn. En dat was deze niet. Het voeren van een procedure tegen de Raad hoort bij de uitoefening van de beroepspraktijk van de advocaat.
