Door een wijziging van het Besluit videoconferentie kan de rechter bepalen dat een verdachte per videoconferentie deelneemt aan de zitting. Vrijdag stemde de ministerraad in met een voorstel van minister Yeşilgöz van Justitie en Veiligheid.
Veiligheidsrisico’s
Het vervoer van bepaalde verdachten van zware criminaliteit, met name van en naar de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught, kent volgens het ministerie grote veiligheidsrisico’s. Die kunnen worden teruggedrongen door verdachten te horen via een videoconferentie. Dit minimaliseert ook het risico dat verdachten rond een zitting met elkaar kunnen communiceren. Als het aangepaste Besluit videoconferentie van kracht is, kan de rechter zonder instemming van de verdachte of diens raadsman beslissen tot de toepassing van videoconferentie als er sprake is van ernstige beveiligingsrisico’s tijdens het vervoer van de verdachte naar en van de zitting. Daarmee wordt het aanwezigheidsrecht van de verdachte opzij gezet.
Twee videoruimtes
Wel moet de Raad van State nog over deze wijziging adviseren. Het is de bedoeling dat de regeling op 1 januari 2023 in werking treedt. De minister neemt daarop al een voorschot: de EBI moet nu al twee ruimtes realiseren waar gedetineerden, samen met hun advocaten, digitaal kunnen deelnemen aan hun rechtszaak. Die moeten dit jaar nog worden opgeleverd. Advocaten kunnen hun cliënt bijstaan in die videoruimte of in de zittingszaal. Die keuze is aan hen.