Het gerechtshof Amsterdam heeft donderdag 3 november een rechterlijk pardon uitgesproken over de bevoorrading van drie coffeeshops uit Leiden en Lisse. De coffeeshophouders werden bijgestaan door advocaten Spong, Smeets en Vis (Spong Advocaten). Het openbaar ministerie had twee weken geleden nog onvoorwaardelijke gevangenisstraffen geëist. Het arrest van het hof is de volgens Spong Advocaten een bevestiging van de onhoudbaarheid van het huidige gedoogbeleid.
Tijdens de inhoudelijke behandeling zei het Openbaar Ministerie dat de rechters in dit soort zaken teveel op de stoel van de wetgever zijn gaan zitten. Daarmee zouden rechters de rechtstaat ondermijnen. Het hof zegt echter: “Nu het hier gaat om gedoogde coffeeshops die in goede verstandhouding met de autoriteiten opereerden, heeft het hof aan de verdachten geen straf opgelegd.”
Het hof constateert dat niet in strijd met de gedoogvoorwaarden is gehandeld en ziet de ‘achterdeurproblematiek’ (een shop mag wel cannabis verkopen maar niet inkopen) als ‘een rechtstreeks uitvloeisel en tevens onlosmakelijk gevolg van de exploitatie van gedoogde coffeeshops’. Ook het zogenaamde ‘witwassen’ ziet het hof als zo’n rechtstreeks gevolg.
De advocaten Gerard Spong, Sidney Smeets en Tim Vis en hun cliënten beraden zich nog op de vraag of ze de zaak, ondanks de goede uitkomst, in cassatie voorleggen aan de Hoge Raad. Spong: “Het is een principiële kwestie waar ons hoogste rechtscollege eigenlijk meer rechtsbescherming zou moeten bieden.”
Het arrest van het Gerechtshof Amsterdam is in lijn met eerdere jurisprudentie over de bevoorrading van coffeeshops.
