Er bestaat onrust bij rechters over de nieuwe aanpak van het driejaarlijkse onderzoek naar hun tijdsbesteding. Vooral het feit dat rechters ongevraagd TNO-onderzoekers een of meerdere dagen op hun werkkamer moeten dulden en dat ze tekst en uitleg aan die onderzoekers moeten geven over hun bezigheden, valt verkeerd.
Een en ander staat te lezen in een uitgebreid bericht over deze zaak in het meinummer van Mr. dat vrijdag aanstaande verschijnt. Een van de vertolkers van de onvrede is Ton Lennaerts, coördinerend vice-president in de Rechtbank Assen. Hij heeft zowel kritiek op de onderzoeksopzet als op het feit dat het onderzoek überhaupt wordt uitgevoerd. Lennaerts: "Mijn vrees is dat als je rechters als ambtenaar gaat behandelen, met deze prikklok-achtige aanpak, je op den duur ook ambtenaren krijgt. Een rechter voelt zich als een kleine zelfstandige verantwoordelijk voor zijn of haar zaken. Die kijkt niet de hele dag op de klok. Als je gaat klokken, en dat gebeurt feitelijk, en dat dan in normen voor tijdsbesteding gaat vastleggen, krijg je dat de verantwoordelijkheid als het ware wordt geëxternaliseerd. Je bouwt dan een onbewuste rechtvaardiging in om je ook van jouw kant aan de genormeerde tijd te houden, inclusief het om vijf uur stilleggen van het werk. Terwijl juist het tegendeel het geval was. Ik heb als leidinggevende mijn mensen altijd moeten afremmen. Rechters hebben een geweldig arbeidsethos."
De Raad voor de Rechtspraak die verantwoordelijk is voor het onderzoek verklaart bij monde van dr. Jos Puts dat juist is gekozen voor een andere methode dan drie jaar geleden omdat de rechters toentertijd het zelf bijhouden van hun tijdsbesteding als te belastend ervoeren: "wij begrijpen heus wel dat het niet leuk is als er de hele dag iemand op je kamer zit. Maar het was kiezen tussen twee kwaden en in overleg met vertegenwoordigers van het werkveld hebben we voor deze oplossing gekozen."
Zie voor het gehele artikel het meinummer van Mr.
{mosgoogle}
{mosmodule module=Laatste nieuws}
