Rechters en officieren van justitie willen betere werkplekken, zodat de kwaliteit van hun werk omhoog kan. Er zijn te veel flexplekken en te weinig ‘concentratieplekken’.
De Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (NVvR) heeft de afgelopen tijd in haar eigen achterban navraag gedaan naar de ervaringen van leden die werken met flexplekken. Daaruit blijkt dat zij zich vooral zorgen maken over de hoeveelheid concentratieplekken.
Door de invoering van ‘Het Nieuwe Werken’ gaan steeds meer rechters en officieren van justitie werken met flexplekken. De NVvR vindt dat zij goed moeten kunnen werken. De eerste prioriteit van de NVvR is aandacht te vragen voor het realiseren van voldoende concentratieplekken.
Om rechters en officieren hun werk goed te kunnen laten doen, is het onder andere noodzakelijk om altijd te kunnen beschikken over een goede concentratiewerkplek. Ze worden dan niet afgeleid door geluid en beweging van buitenaf. Dat is nodig om onder hoge tijdsdruk de vereiste hoge kwaliteit te kunnen blijven leveren, zo stelt de NVvR. De beroepsvereniging sluit hiermee aan bij de eindrapportage van het onderzoeksprogramma 2014-2017 van het Center for People and Buildings (CfPB) van februari 2018.
Uit de evaluatie van de CfPB blijkt dat rechters en officieren hun werkplekken te laag waarderen om goede kwaliteit te kunnen leveren. Dat is tevens een oproep aan de lokale gerechtsbesturen – zij zijn immers verantwoordelijk voor het kantoorconcept en daarmee ook voor de werkplektevredenheid. Door te luisteren naar de wensen van de medewerkers kan een goede werkplek naar een hoger ambitieniveau worden getild, zo hoopt de NVvR. De beroepsvereniging ziet graag dat alle medewerkers duidelijk te (blijven) maken wat nodig is om te kunnen werken, bijvoorbeeld door dat direct aan de leidinggevenden door te geven of aan de vertegenwoordigende organisaties, zoals de ondernemingsraad of de NVvR.
