De beroepszaak diende begin december bij het gerechtshof Amsterdam, nadat de notaris in kwestie in maart door de kamer voor het notariaat in ’s-Hertogenbosch in eerste aanleg nog uit het ambt was gezet. Dit naar aanleiding van een procedure die het Bureau Financieel Toezicht (BFT) tegen de notaris had gestart. Tegen die verwijdering uit het ambt is de notaris in verweer gekomen, maar slechts met gematigd succes: de veroordeling blijft in stand, al wordt de straf ingrijpend verlicht tot een schorsing van vier maanden.
Tien jaar
Uit de uitspraak van het hof blijkt dat het BFT de zaak aanspande omdat de notaris in kwestie er al tien jaar lang niet in was geslaagd om een nalatenschap naar behoren af te wikkelen. Eind mei 2015 overleed een 72-jarige man, waarna de notaris werd aangewezen als executeur. In 2009 had de man bij dezelfde notaris zijn testament laten opmaken. Begin juni 2015 vond er een uitvaart plaats die de notaris regelde, maar daarna gebeurde er om onduidelijke redenen weinig meer. De woning van de man bleef leeg staan, erfgenamen werden niet getraceerd en de auto van de overleden man stond onaangeroerd voor de woning geparkeerd.
Enige tijd na het overlijden werd de woning van de overleden man gekraakt. De afdeling onbeheerde nalatenschappen van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties deed in 2018 navraag bij de notaris wat er met de erfenis moest gebeuren, maar zonder effect. De gemeente legde de notaris begin 2019 een boete en een last onder dwangsom op omdat de inmiddels gekraakte woning niet werd beheerd. Al die tijd stond de auto van de erflater nog altijd voor de woning. De notaris heeft die auto uiteindelijk in 2020 door een opkoopbedrijf laten ophalen, maar zonder daarvoor een vergoeding te vragen.
Ontruiming
Eind 2022 heeft de notaris, na ruim zeven jaar inactiviteit, eindelijk prijsopgaves opgevraagd om de woning van de erflater te laten ontruimen. Die zijn begin 2023 aangeleverd, maar hierop is dan weer nooit actie ondernomen. Kort daarna is de gang van zaken uiteindelijk onder de aandacht van het BFT gebracht. Dat is een onderzoek gestart en heeft met de notaris afspraken gemaakt om de erfenis alsnog af te wikkelen. Een jaar later, in 2024, heeft het BFT poolshoogte genomen en rapport uitgebracht over de stand van zaken. Daaruit blijkt weinig enthousiasme over de vorderingen.
“U heeft het BFT niet aangegeven dat u in het jaar na afloop van het onderzoek op uw kantoor, maatregelen heeft genomen ter herstel van de schade en gemaakte fouten in de afwikkeling van deze nalatenschap ondanks daartoe met BFT gemaakte afspraken”, zo valt in het rapport te lezen. “Ook aan de (toen al) nijpende situatie omtrent de woning in deze nalatenschap of de opname van de nalatenschapssaldi in uw administratie lijkt u tot dusver geen gevolg te hebben gegeven.”
Geen eigen belang
Na negen jaar was de maat wat het BFT betreft vol, waarna het tot tuchtrechtelijke actie overgegaan is. Uit de ingediende klachten blijkt dat het de notaris onder meer kwalijk neemt dat er een auto zonder vergoeding is weggegeven, inboedel jarenlang onbeheerd is gelaten, erfgenamen niet zijn aangeschreven, er geen verklaring van erfrecht is opgesteld en de woning jarenlang gekraakt is geweest.
De notaris kon ter zitting geen van de ten laste gelegde verwijten overtuigend weerleggen. Onduidelijk blijft waarom de notaris nooit actie heeft ondernomen om de erfenis behoorlijk af te wikkelen. Duidelijk is wel dat de notaris geen eigen belang had bij het niet afwikkelen van de nalatenschap. Het hof kan echter niet anders dan de klachten van het BFT gegrond verklaren en schorst de notaris voor de duur van vier maanden.
