Aan het onderzoek, waarvan de resultaten onlangs zijn gepubliceerd op de website van Fonds Slachtofferhulp, werkten naast Boekx Advocaten en Fonds Slachtofferhulp ook Stichting Offlimits, het Landelijk Centrum Seksueel Geweld en Stichting Privacy First mee. Samen komen zij tot een zestal aanbevelingen aan de verantwoordelijke bewindspersonen.
Binnen het onderzoek richtte advocaat Otto Volgenant van Boekx Advocaten zich op de juridische aspecten binnen de bestrijding van online seksueel geweld. Het Amsterdamse kantoor heeft veel ervaring met zaken rondom privacy, online naming and shaming en sextortion en staat in die hoedanigheid relatief veel slachtoffers van online seksueel geweld bij.
Gebrek aan handhaving
Hoewel de regelgeving rondom online seksueel geweld volgens Volgenant ‘adequaat’ is, schort het momenteel vooral aan de handhaving. “Regelgeving die alleen op papier bestaat en in de praktijk niet wordt gehandhaafd, biedt burgers geen bescherming”, zegt de advocaat over de resultaten van het onderzoek.
“De strijd tegen online seksueel geweld staat momenteel niet op de lijst van prioriteiten van de politie, de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en het Commissariaat voor de Media (CvdM). Slachtoffers van online seksueel geweld staan in de kou.”
Aanbevelingen
De vijf samenwerkende organisaties besluiten het onderzoek met een zestal aanbevelingen, die inmiddels per brief naar relevante bewindslieden zijn gestuurd. Daarin wordt onder meer aangedrongen op meer prioritering voor online seksueel geweld, meer budget, een jaarlijkse rapportage en structureel overleg tussen toezichthouders en organisaties uit het werkveld.
In Nederland heeft op dit moment één op de drie meisjes in de leeftijd van 16 en 17 jaar te maken met online seksuele intimidatie. Onder jongens gaat het om zo’n één op de tien. Slachtoffers krijgen dikwijls te maken met psychische problematiek, waaronder depressies, angststoornissen en zelfs suïcidale neigingen. Verwerking en herstel is in de praktijk zeer moeilijk, omdat materiaal dat eenmaal online staat, moeilijk weer volledig offline te krijgen is. Slachtoffers worden er daardoor nog lang mee geconfronteerd.
