In een poging om bouwplannen te stoppen zijn burgers de afgelopen jaren steeds vaker naar de Raad van State gestapt. Het aantal zaken bij de Omgevingskamer, die over bouwgerelateerde kwesties oordeelt, steeg de afgelopen drie jaar telkens met een kwart. Dat meldt Trouw op basis van cijfers van de Raad van State. Terwijl het aantal andere zaken door corona juist afnam, kwamen er in 2021 ruim 2300 nieuwe rechtszaken op bouwgebied binnen, tegen 1820 in 2020.
Personeelstekort
Mede door een tekort aan personeel kan de Omgevingskamer het aantal zaken niet aan. Daardoor duurt het langer voordat er een uitspraak ligt, wat kan leiden tot vertragingen bij bouwplannen en energieprojecten. “De doorlooptijden van zaken stijgen nu al”, aldus woordvoerder Pieter-Bas Beekman tegen Trouw. “We proberen altijd grote ruimtelijke plannen binnen een jaar de deur uit te hebben. Nu passeren we dat regelmatig.”
Verzet
De Raad van State tast volgens Beekman nog in het duister over de oorzaak van de groei. “Wel zien we een duidelijke stijging bij grote ruimtelijke projecten. Zaken rond bestemmingsplannen, tracébesluiten over snelwegen en windparken. Dat soort grote plannen stuiten eigenlijk altijd wel op verzet.”
Omgevingswet
Ook vermoedt de Raad van State dat gemeenten anticiperen op de nieuwe Omgevingswet, die op 1 januari 2023 moet ingaan. Hoewel de wet de regels rond ruimtelijke plannen moet vereenvoudigen, ronden gemeenten besluiten blijkbaar liefst voor die tijd af. En als het aantal besluiten toeneemt, neemt het aantal mensen dat in bezwaar gaat ook toe. Ook zaken rond stikstof en leefbaarheidsrichtlijnen leveren de Omgevingskamer extra werk op.
