Termijnbewaking leidt niet automatisch tot snellere afhandeling van civiele zaken. Dat concluderen de Leidse hoogleraar rechtspleging Margreet Ahsmann en masterstudent Jelle Oud in hun rapport ‘In sneltreinvaart’. Zij evalueerden voor de Haagse rechtbank de pilot ‘Procesinnovatie’.
De Rechtbank Den Haag heeft het afgelopen jaar een pilot gedaan waarbij termijnbewaking van civiele zaken centraal stond. Uit de evaluatie blijkt dat deze zaken hierdoor inderdaad sneller zijn behandeld. Of dat voor alle zaken zal gelden is niet duidelijk. In de pilot bleven zeer complexe zaken, overheids-, letsel- en verdelingszaken buiten beeld.
De strakke termijnen leidden tot problemen bij zaken waarvan de mate van complexiteit op basis van de dagvaarding lastig bleek vast te stellen. Het staat dus niet vast dat de versnellingsopties van de pilot geschikt zijn voor complexere zaken. Bovendien bleek dat het vooraf vaststellen van de zwaarte van een zaak op basis van een enkel processtuk juridisch problematisch en niet goed werkbaar is.
Volgens de onderzoekers heeft de pilot nog geen betrouwbare ‘dienstregeling’ voor civiele zaken opgeleverd. Het is de vraag of de gemiddelde snelheid over de gehele linie zal toenemen. Hiervoor moeten de nodige waarborgen voor kwaliteit worden ontwikkeld.
