De vrouw mocht met het oog op de volksgezondheid bij aankomst op Schiphol Nederland niet in. Ze kwam terecht in vreemdelingenbewaring, met de bedoeling dat zij binnen twee weken zou terug vliegen naar Colombia. Die reis werd uitgesteld omdat haar kamergenoot in detentie corona bleek te hebben. De vrouw moest zelf tien dagen in quarantaine. Na deze quarantaine kwam zij bij een andere kamergenoot die ook corona had. Weer moest zij tien dagen in quarantaine. Uiteindelijk heeft zij tot aan haar vertrek uit Nederland 25 dagen in detentie gezeten.
Schadevergoeding
De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelde dat de staatssecretaris onvoldoende voorzorgsmaatregelen heeft genomen om besmetting met het coronavirus in vreemdelingenbewaring te voorkomen. Daardoor heeft de vrouw onnodig lang in detentie gezeten. Na de eerste quarantaineperiode had de staatssecretaris zich extra moeten inspannen om te voorkomen dat de vrouw opnieuw in quarantaine moest, zodat zij zo snel mogelijk terug kon naar Colombia. De staatssecretaris heeft niet voldaan aan haar inspanningsverplichting en moet de Colombiaanse vrouw € 880 schadevergoeding betalen.
