De ene notaris heeft een notariskantoor met elf medewerkers, de ander een kantoor met vijf medewerkers. Vorig jaar, toen hun dochter in groep 1 zat, zijn ze door corona niet met vakantie geweest. Dit jaar willen ze wel graag weg, maar zoals ze in hun verzoek aan de schooldirecteur aanvoeren: “Het is voor ons lastig om in de kindervakanties te gaan, omdat ons personeel dan vakantie heeft en we zelf op kantoor moeten zijn of in ieder geval in de buurt.”
Leerplichtwet
Op grond van de Leerplichtwet kan een kind verlof krijgen als ouders vanwege de specifieke aard van het beroep van een van hen slechts buiten de schoolvakanties op vakantie kunnen gaan (artikel 11, aanhef en onder f).
De notarissen vragen een weekje vrij voor hun dochter in juni. De schooldirecteur wijst hun verzoek af, waarop ze naar de rechter stappen.
‘Lastig’ is niet ‘onmogelijk’
De rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de notarissen niet aannemelijk hebben gemaakt dat het door hun specifieke beroep feitelijk onmogelijk is om vakantie op te nemen in een reguliere schoolvakantie. Eisers beweren dat trouwens ook niet, vervolgt de rechtbank: “Zij stellen dat het lastig is om vakantie op te nemen. Maar ‘lastig’ is iets anders dan ‘onmogelijk’.”
Dat het niet onmogelijk is om gezamenlijk met het gezin op vakantie te gaan, blijkt ook uit het feit dat de notarissen hebben aangegeven dat ze allebei in de derde week van de zomervakantie in regio Zuid verlof hebben. De rechtbank: “In die week zouden eisers met hun gezin op vakantie kunnen gaan.”
Waarnemer
Ook het argument dat het verlof gehonoreerd zou moeten worden omdat het notarissengezin niet twee weken achter elkaar met vakantie kan, wordt door de rechtbank afgewezen. De vrouwelijke notaris heeft weliswaar aangevoerd geen vaste waarnemer te hebben en moeilijk een waarnemer te kunnen vinden, maar aangezien daarover geen concrete gegevens zijn verstrekt gaat de rechtbank daarin niet mee.
Notariseed
Tijdens de zitting voeren de notarissen nog aan dat de notaris eed meebrengt dat hun notariskantoren nooit gesloten mogen zijn, en dat er altijd iemand op kantoor beschikbaar moet zijn voor cliënten. De rechtbank vindt niet dat dat uit de letterlijke tekst van de eed volgt. “Als het adagium ‘altijd beschikbaar’ gezien kan worden als een logische invulling van die eed, betekent dit nog niet dat het altijd de notarissen moeten zijn die op hun kantoren beschikbaar moeten zijn voor hun clientèle.” Volgens de rechtbank betekent de eed dat eisers zich tijdens de uitoefening van hun ambt als goede en zorgvuldig opererende notarissen moeten gedragen, maar niet dat zij hun ambt (bijna) altijd moeten uitoefenen en nauwelijks vakantie kunnen opnemen. “Dat eisers ervoor kiezen om in de zomervakantie slechts een week vakantie op te nemen, staat hen vanzelfsprekend vrij, maar dit betekent niet dat het verlof moet worden verleend.”
