Het komt zelden voor dat de Raad voor de rechtspraak zelf juridische procedures aanspant, maar het gedrag van een Zuid-Hollandse man was onlangs de druppel. Aanleiding was de onevenredige belasting op de Rechtspraak die de man veroorzaakte en het beledigende, kwetsende en vaak strafbare gedrag dat hij daarbij tentoonspreidde. Vooral bij de rechtbank Rotterdam behoorde de veelprocedeerder de voorbije jaren bijkans tot het meubilair: in de laatste drie jaar is de man daar 256 verschillende civiele en bestuursrechtelijke procedures gestart, en in de periode daarvoor nog eens 49 verschillende civiele procedures.
In de meeste gevallen betaalde de man niet of te laat het griffierecht, waardoor de uitspraken neerkwamen op een vereenvoudigde afdoening. Dikwijls ging de man daarna over tot het beledigen, kwetsen en bedreigen van rechters en rechtbankmedewerkers. Ook bediende hij zich van doxing door hun privéadressen te openbaren en probeerde hij talloze malen beeldopnames te maken tijdens zittingen. Na al die jaren was de Raad voor de rechtspraak nu wel klaar met het gedrag van de man, en vroeg men aan de rechter om een grens te trekken.
500 Woo-verzoeken
Niet alleen de rechtbank Rotterdam ervoer de afgelopen jaren overlast van de man. Bij de gemeente Capelle aan den IJssel, waar de man woonachtig is, diende hij in een aantal jaar tijd meer dan vijfhonderd verschillende Woo- en Wob-verzoeken in. Daaruit kwamen 55 bestuursrechtelijke procedures voort, waarvan het overgrote merendeel neerkwam op een procedure vanwege het niet tijdig nemen van een besluit.
Ook de wrakingskamer had het maar druk met de beruchte veelprocedeerder. Talloze malen diende de man wrakingsverzoeken in, soms nog voordat rechters uitspraken hadden gedaan. Nooit werd hij in het gelijk gesteld. In sommige gevallen probeerde hij om die reden de wrakingskamer weer te wraken.
‘Brandstapel’, ‘hysterische schuimbekbrief’
De rechtbank Oost-Brabant constateert in zijn vonnis bovendien dat de man in de loop der jaren steeds dreigender taal is gaan uitslaan. Zo maakte hij rechters, rechtbankmedewerkers en andere ambtenaren onder meer uit voor “griezelig mens”, “schele rechter”, “liegrechter”, “naar, knettergek mannetje”, “tandeloze muizen” en “kwebbeldametjes”. Naar een schriftelijke oproep van de president van het gerechtshof Den Haag verwees hij met “hysterische schuimbekbrief” en diverse malen beschuldigde hij rechters ervan dat ze “ziek in hun hoofd” waren en “rattenstreken” uithaalden. Ze moesten volgens hem hun “toga inleveren en functie elders”. “Ik capituleer op geen enkele wijze voor strafbaar en fascistisch wangedrag van malafide rechters.”
Ook het personeelsbeleid binnen de rechtbanken kon niet op de goedkeuring van de man rekenen. “Heel woke, heel divers, heel DEI”, zei hij daarover, met als cynische toevoeging: “blij dat we mensen met een kut en een kleurtje een kans geven”. Talloze malen vroeg hij via e-mail, WhatsApp of op andere manieren om adresgegevens van rechters of rechtbankmedewerkers, met het oog op publicatie van die gegevens, want “rechtertjes leren het maar niet”. Een aantal keer publiceerde hij zulke gegevens ook daadwerkelijk.
Na een mislukt wrakingsverzoek vroeg hij om “de schandpaal, brandstapel en een boeteketting voor malafide rechters”. De voorzitter van de wrakingskamer kwam volgens hem “beter tot haar recht met goulashsoep brouwen in Oekraïne voor Russische krijgsgevangenen.”
Verplichte procesvertegenwoordiging
Om een einde te maken aan het langdurige wangedrag van de man, krijgt die van de rechter nu een hele waslijst aan veroordelingen opgelegd. Zo mag hij de komende twee jaar alleen nog procederen als hij zich tijdens die procedures laat bijstaan door een advocaat. Bovendien mag dan alleen die advocaat het woord voeren tijdens zittingen. Die termijn kan met een jaar worden verlengd als de man zich gedurende de twee jaar nogmaals misdraagt.
De man mag zich bovendien niet meer schriftelijk of telefonisch rechtstreeks tot rechters en medewerkers van rechtbanken richten, en mag geen beeld- of geluidsopnames maken in gebouwen van de Rechtspraak. Privégegevens van rechtbankmedewerkers en rechters die hij in de loop der jaren online heeft gezet, moet hij verwijderen, en het verder verzamelen ervan wordt hem verboden. Houdt hij zich daar niet aan, dan moet hij per overtreding een aantal dagen de gevangenis in.