Vrouwen dringen nog maar mondjesmaat door tot de top van de Nederlandse advocatuur. Een belangrijke oorzaak hiervan lijkt het gebrek aan bonding (samenwerken met andere belanghebbenden) bij vrouwen te zijn. Dat bleek tijdens een door OSR Juridische Opleidingen georganiseerd rondetafelgesprek vorige week waarbij twintig vrouwelijke partners van topkantoren spraken over de toekomst van het feminisme en de positie van vrouwen in leidinggevende functies binnen de advocatuur.
De rondetafel deelneemsters hadden allen de HR-cijfers van hun kantoor meegenomen. Hieruit kwam naar voren dat het aantal vrouwelijke partners bij de kantoren varieert tussen de 9% en 30%. Dat is niet echt anders dan tien jaar geleden toen de eerste rondetafel over dit onderwerp werd georganiseerd.
Een somber beeld, zeker in het licht van de richtlijn die het Europees Parlement op 20 november met overgrote meerderheid aannam. In 2020 moet 40% van de niet uitvoerende bestuurders bij beursgenoteerde ondernemingen vrouw zijn. Ondanks het feit dat advocatenkantoren niet beursgenoteerd zijn is er voor hen dus ook nog wat te doen. Daarin staan ze niet alleen, gemiddeld bestaan op dit moment de besturen van beursfondsen in Europa voor slechts 13,7% uit vrouwen.
Tijdens de rondetafel werd er gezocht naar oorzaken en oplossingen. Gastsprekers Renée Frissen (promovendus aan het Institut für Sozialwissenschaften van de Humboldt-Universität Berlin) en filosoof Maxim Februari gaven hun visie op de stand van zaken. Frissen stelt het helder en duidelijk: “Er is sprake van een trendbreuk in de vrouwenemancipatie in Nederland. Het feminisme uit de jaren ‘70 is in rook opgegaan. Mannen uit mijn generatie willen ook één dag per week thuis zijn. Ik zie voorbeelden dat zij vaker thuis zijn dan vrouwen. Het feminisme 3.0 maakt geen onderscheid tussen mannen en vrouwen. Allebei willen geen 80-urige werkweken meer maken. Is de 24/7 aanwezigheidseis aan partners van advocatenkantoren dan nog wel opportuun?”
Een belangrijke oorzaak van de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de top is volgens Februari dat mannen veel beter netwerken dan vrouwen. “Dat zijn ze van oudsher gewend in het ‘old boys network’. Mannen kennen een hogere mate van sociabiliteit. Die sociabiliteit maakt de weg naar de top blijkbaar makkelijker. Net als bonding: je kunt in een professionele organisatie niet meer zonder. Samenwerken met andere belanghebbenden, geven en nemen, het politiek-bestuurlijke proces snappen, de informele leiders traceren en aan je binden.” Een deelnemer aan de rondetafel constateert: “Bonding. Ja, daar zie je vrouwen op nat gaan.”
Al tien jaar organiseert OSR de rondetafels voor vrouwen in de advocatuur. Op 31 januari en 1 februari organiseert OSR ook het jubileumcongres voor vrouwelijke juristen ‘WILL2014’. Tijdens dit congres worden de veranderingen voor leiders binnen professionele organisaties verder uitgediept. Bonding, sociabiliteit, politieke macht en inzicht in leiderschapsconstellaties zijn thema’s die centraal staan. Kijk voor meer informatie op www.will2014.com.
