Alkmaar, Almelo, Assen, Dordrecht, Lelystad, Maastricht en Zutphen hebben straks geen volwaardige rechtbanken meer. In deze zeven steden wordt alleen nog rechtgesproken in een aantal vaak voorkomende rechtszaken: zaken die door één rechter worden behandeld, met uitzondering van handelszaken en strafzaken van gedetineerden.
Dat is de consequentie van het Meerjarenplan voor de Rechtspraak 2015-2020 dat de Raad voor de Rechtspraak vandaag bekendmaakte. De president van de rechtbank Noord-Holland, Evert van der Molen, kan zich niet vinden in deze plannen en is daarom opgestapt.
Door het plan wordt duidelijk dat eerdere geruchten klopten. De maatregel is volgens voorzitter Frits Bakker van de Raad voor de Rechtspraak noodzakelijk omdat de bezuinigingen op de rechtspraak oplopen van 32 miljoen volgend jaar tot 88 miljoen in 2020. Bakker: “We hebben maatregelen genomen om de werkdruk van rechters te verlichten en de rechtspraak te kunnen moderniseren en tegelijk financieel gezond te blijven. We kiezen voor mensen in plaats van gebouwen, want mensen spreken recht.”
Mensen die terecht staan in complexe strafzaken of partijen die betrokken zijn bij ingewikkelde civiel- of bestuursrechtelijke zaken, zullen verder moeten reizen. Daar staat tegenover dat rechtszaken op het gebied van civiel- en bestuursrecht vanaf volgend jaar ook, met uitzondering van de zitting zelf, vaker via internet kunnen worden gevoerd.
