De Wolff: ‘Minder conservatisme s.v.p.’

Delen:

Diana de Wolff. Foto: Chantal Ariens

Advocaten moeten niet bang zijn voor experimenten om de rechtspleging te vernieuwen, stelt hoogleraar advocatuur Diana de Wolff (Universiteit van Amsterdam). En cliënten mogen best wat mondiger worden. Dat zijn ze wel als ze een auto kopen. “Ik maak geen vrienden met de vergelijking tussen een advocaat en een autoverkoper, maar met beiden kun je onderhandelen en duidelijke afspraken maken”, aldus Wolff in een interview in het nieuwe nummer van Mr.

Gezond verstand

Het is goed om voor veel voorkomende geschillen nieuwe oplossingen te vinden, zoals bijvoorbeeld de buurtrechter waarmee wordt geëxperimenteerd. Diana de Wolff: “Gezond verstand, een luisterend oor, daar kom je vaak een eind mee. En daar moeten wij als advocaten niet bang voor zijn. Ik juich experimenten om de rechtspleging te vernieuwen toe. We moeten in alle nuchterheid over mogelijkheden praten vind ik. Sommige familierechtadvocaten zeggen last te hebben van de gedragsregel die hen verbiedt op te treden voor twee partijen. Sommige rechters geloven dat ze veel zaken allang hadden opgelost, als er geen advocaten bij waren geweest. Laat nou zien wat wel of niet werkt. Ik hoop dat zowel cliënten als advocaten zich sterker gaan realiseren dat verschillen in rolbenaderingen ertoe doen.”

Overfacturering

Cliënten hebben ook een eigen verantwoordelijkheid, benadrukt De Wolff. Zij vindt het “onbegrijpelijk” dat cliënten van tevoren niet preciezer willen vastleggen wat een procedure hun gaat kosten en wat het kan opleveren. “Advocaten verschuilen zich nog te makkelijk achter onzekerheid over de kosten en kansen van een traject. De gedragsregels schieten daarin ook te kort, cliënten zijn niet goed beschermd tegen overfacturering. Als ik een aannemer inhuur, vraag ik een offerte. Als er meerwerk is, wordt dat besproken. Aanneming van werk is natuurlijk wat anders dan advisering, maar toch mag je ook van een advocaat verwachten dat hij een reële inschatting kan maken van wat een procedure gaat kosten, inclusief een eventueel hoger beroep. Dat gebeurt nu nog te weinig. Er wordt een uurtarief genoemd, maar uiteindelijk heeft een cliënt te maken met een hoop onzekerheid, over de verschillende stappen, de duur en de uitkomst van een procedure, maar ook over de kosten van alternatieven, zoals mediation. Cliënten mogen best wat mondiger worden. Dat zijn ze wel bij het kopen van een auto. Ik maak geen vrienden met de vergelijking tussen een advocaat en een autoverkoper, maar met beiden kun je onderhandelen en duidelijke afspraken maken.”

No cure no pay

Daarnaast vindt De Wolff dat nog eens gekeken moet worden naar alternatieve vormen van beloning, zoals no cure no pay. Experimenten met dergelijke constructies beperken zich nu nog tot de letselschadepraktijk. De Wolff vindt dat te beperkt. Ze verwijst naar de zaak tegen De Haan Advocaten uit Groningen, waarin de Raad van Discipline bepaalde dat het kantoor in strijd met de verordening had gehandeld en de kernwaarde onafhankelijkheid uit het oog was verloren. De Haan treedt op voor burgers in het aardbevingsgebied van Groningen. 3800 mensen hebben zich bij dat kantoor gemeld. Ze betaalden elk honderd euro met de afspraak dat het kantoor vijf procent zou krijgen van de eventuele schadevergoeding. “Ik kan mij goed voorstellen dat deze prijsafspraak aantrekkelijk is voor die mensen”, zegt De Wolff, “en dat hun toegang tot het recht is vergemakkelijkt.”

Third party litigation

Ze ziet ook de bezwaren. “De zaak is nu in hoger beroep, dus we moeten het maar afwachten, maar los van deze zaak vind ik dat we als balie de plicht hebben om ons te bekommeren over de toegang tot het recht en creatief moeten zijn in het bedenken van alternatieven om die toegang te bevorderen. Third party litigation bijvoorbeeld mag wel. In die constructie neemt een derde partij jouw rechtsclaim helemaal over en rekent daarvoor bijvoorbeeld twintig procent van de uiteindelijke opbrengst. Dat noemen we de vrije markt en dat moet allemaal kunnen. Maar third party litigation is alleen interessant voor grote zaken. Kleine vorderingen van particulieren passen niet in dat verdienmodel. Natuurlijk moeten we alert zijn op de uitwassen van no cure no pay en er zou goed toezicht op moeten zijn, maar ik vind het een Pavlov-reactie om te roepen ‘de onafhankelijkheid is in het geding’. Bij het systeem van uurtje-factuurtje kun je je ook afvragen hoe onafhankelijk de advocaat is. Minder conservatisme zou de balie sieren.”

Lees het gehele interview met Diana de Wolff in het nieuwe nummer van Mr., dat 23 februari verschijnt.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven