AI en het recht: Katja van Kranenburg (CMS) over transparantie over AI-inzet

In de zomerreeks AI en het recht komt wekelijks een jurist aan het woord die zich bovengemiddeld bezighoudt met kunstmatige intelligentie in het juridische domein. Deze week: Katja van Kranenburg, partner bij CMS en voorzitter van de projectgroep Digitalisering & AI bij de NOvA. “Neem de tijd om te leren hoe je AI inzet, en praat er ook over met je cliënten.”

Delen:

AI en het recht: Katja van Kranenburg over transparantie - Mr. Online

U staat bekend als één van de pleitbezorgers van AI-gebruik onder juristen. Waarom vindt u AI, en specifiek generatieve AI – AI die zelf content creëert, zoals de welbekende taalmodellen – in het juridische domein zo belangrijk?
“AI en generatieve AI (‘GenAI’) is een technologie die niet meer weg te denken is in het juridische domein. Dat geldt zowel binnen en voor de advocatuur als bij ondernemingen, onze cliënten.”

Wat gaan advocaten in de praktijk merken van het werk dat de projectgroep Digitalisering & AI bij de NOvA doet?
“De projectgroep adviseert de NOvA onder andere over voorlichting aan de balie over de onderwerpen digitalisering én artificiële intelligentie in de advocatuur. Vanuit dit brede digitaliseringsperspectief – waarin thema’s als verantwoord gebruik van technologie, inclusieve transformatie, het versterken van kennis en vaardigheden en het stimuleren van innovatie centraal staan – onderzoekt zij hoe technologische ontwikkelingen de kernwaarden en praktijkvoering van advocaten beïnvloeden. Binnen deze thematische aanpak werkt de projectgroep momenteel aan specifieke aanbevelingen voor de inzet van generatieve AI.”

Staatssecretaris Struycken noemde onlangs, zij het terloops, AI-implementatie één van de elementen die de druk op de sociale advocatuur in Nederland deels kan verlichten. In hoeverre deelt u dat inzicht?
“Ik ben ervan overtuigd dat GenAI ook binnen de sociale advocatuur kan zorgen voor tijdsbesparing en dus voor het kostenefficiënter uitvoeren van bepaalde werkzaamheden.”

In NRC stond onlangs een opiniestuk van enkele universitaire docenten die juist pleiten voor een AI-verbod op rechtenfaculteiten. Die publicatie deed aardig wat stof opwaaien. Wat vindt u van hun pleidooi?
“Eerlijk gezegd vrij onbegrijpelijk en ook dogmatisch, alsof er maar één manier is om als academicus de universiteit te verlaten. De universiteit is bij uitstek de plek om dergelijke vaardigheden op te doen, om te leren hoe GenAI op een juiste wijze kan worden ingezet en hoe deze kennis is te combineren met andere vaardigheden.”

Op NPO Radio 1 ging u eerder deze week in debat met één van de auteurs van voornoemd opiniestuk, universitair docent Joris van Laarhoven. U kwam lijnrecht tegenover elkaar te staan. Staan de academische wereld en de juridische praktijk voor uw gevoel ver uit elkaar op dit onderwerp?
“Ik denk dat dat deels wel de spijtige conclusie is. Tegelijkertijd zijn er ook veel plekken binnen (andere) universiteiten en hogescholen in Nederland waar men kennis over en de inzet van GenAI wel omarmt en meeneemt in het curriculum. Het is belangrijk om het debat ook te voeren met het Ministerie van OCW om de juiste en betrouwbare infrastructuur op universiteiten te borgen.”

Wat is in uw ogen het grootste misverstand over AI dat onder juristen leeft?
“Dat hangt er wel een beetje vanaf aan welke juristen je deze vraag stelt. Ik denk dat bij sommigen het grootste misverstand is dat AI niet op een betrouwbare manier kan worden ingezet en dat, doordat er te weinig ervaring mee wordt opgedaan, de gedachte kan ontstaan dat AI ‘niet werkt’.”

Heeft u zelf richtlijnen opgesteld voor het gebruik van AI in uw werk?
“Zeker, er is bij CMS beleid over de manier waarop GenAI dient te worden ingezet, welke tools zijn toegestaan, de wijze waarop kennis en vaardigheden over GenAI worden aangeboden en dienen te worden gevolgd en hoe we samen borgen dat we met elkaar leren over hoe we GenAI inzetten. Ook hebben we afspraken over transparantie over de inzet van GenAI en hoe we in het kader van de kwaliteit erop toezien dat de output altijd door advocaten met de juiste senioriteit wordt gecontroleerd.”

Welk advies zou u geven aan juristen die AI willen gaan gebruiken?
“Neem de tijd om te leren hoe je AI inzet. Praat erover met anderen die AI inzetten om van elkaar te leren. Alleen dan kun je vaststellen hoe AI in jouw praktijk een toegevoegde waarde kan hebben. Praat er ook over met je cliënten, het is (ook commercieel) interessant om te begrijpen hoe zij met AI werken. Zorg ervoor dat je begrijpt op welke wijze data die je genereert wordt (her)gebruikt, controleer aan de hand van welke bronnen het antwoord is gegenereerd en verifieer altijd de output. Er zijn geen geitenpaadjes, als je de juistheid van een gegenereerd antwoord niet kunt overzien dan is het niet verstandig om AI in te zetten.”

Is er ook een AI-ontwikkeling waar u zich zorgen over maakt?
“Nee, eerlijk gezegd niet. AI neemt ons niet over – je bent er zelf bij of je het inzet en hoe. En het is de verantwoordelijkheid van de advocaat om binnen de kaders van de kernwaarden door AI gegenereerde output in de praktijk in te zetten.”

Wat is de laatste ontwikkeling op AI-gebied in juridische context die u heeft verrast of verbaasd?
“Geen verrassingen of verbazing, maar ik stel wel vast, en met mij velen, dat de ontwikkelingen razendsnel gaan en dat het belangrijk is om bij te blijven. Niet alleen over de werking van AI-tools maar ook over het wet- en regelgevend kader. Dat is minstens zo relevant als met AI zelf kunnen werken.”

 

AI en het Recht is een achtdelige serie die deze zomer elke vrijdag verschijnt op Mr. Online.

 

Wilt u vanaf nu elke week een samenvatting van al het nieuws van Mr. in uw mailbox? Klik hier

Meer weten over deze organisatie(s)?

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven