Ruim een jaar nadat de assistent-officieren van justitie duidelijkheid over hun positie en beloning hoopten te krijgen, is er nog niks veranderd. Ze voelen zich niet serieus genomen, bij één parket zijn er onlangs al zes (van de achttien) vertrokken.
‘We worden aan het lijntje gehouden’. Dat is de boodschap die de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak mee kreeg, toen deze vakbond voor rechters en officieren onlangs een bezoek bracht aan twee parketten. De assistent-officieren, waarvan er ongeveer 250 zijn, vinden hun positie onduidelijk – over doorgroeimogelijkheden, bevoegdheden en beloning – en verkeren in onzekerheid over de invulling van hun werk. Is het een eindfunctie (schaal 10) voor een beslismedewerker? Of is het de start van een carrière binnen het Openbaar Ministerie, dus een baan met doorgroeimogelijkheden? Ze rekenen nu op erkenning van het College van procureurs-generaal, maar vinden zich niet serieus genomen. De gevolgen daarvan worden langzaam duidelijk: in de afgelopen maanden zijn op een van de bezochte parketten zes van de in totaal achttien assistenten vertrokken. Dat is een derde van het totaal aantal assistent-officieren.
Tijdens de bezoeken hoorden de aanwezige leden van de NVvR dat de assistenten de ‘pubers’ van het OM worden genoemd. ‘Pubers die ondertussen wel officiersbevoegdheden uitvoeren. Ook aan de ketenpartners is het niet uit te leggen dat we wel op zitting staan als officier, maar daarvoor niet de credits krijgen. De politie klaagt ondertussen: ‘De ene dag zie ik je als secretaris en de volgende als beoordelaar, wat ben je nou eigenlijk?’’
Een ervaren officier zei: ‘Ik gun de assistenten de organisatie van zestien jaar geleden. Nu is het schrijnend. Officieren van justitie zouden in de bres moeten springen voor de assistenten. Dit zijn de mensen waarop de organisatie drijft. Zij roeien met riemen die we niet hebben, totdat er iemand verzuipt. Ik verwacht van de top een gezond werkklimaat en geen mentaliteit waarin alles naar beneden wordt geduwd. Teamleiders worden gemangeld tussen top en werkvloer.’
Volgens veel ingewijden zijn er veel te weinig officieren van justitie om het werk van deze assistent-officieren over te nemen of om voor hen voortdurend aanspreekbaar te kunnen zijn. De NVvR zegt het dossier van de assistent-officieren ‘nauwlettend in de gaten’ te houden. In het najaar wordt speciaal voor assistent-officieren een bijeenkomst georganiseerd om hun positie nog scherper onder de aandacht te brengen. Volgende maand wordt een besluit van het College van Procureurs-generaal verwacht.
De kwestie sleept al zeker een jaar. In juli 2018 had de NVvR had een externe partij gevraagd een functiewaarderingsonderzoek uit te voeren. Daaruit bleek dat de assistent-officier meer zelfstandige taken en verantwoordelijkheden uitvoert dan in de functieomschrijving is vermeld. Om recht te doen aan deze groep, achtte de NVvR het toen hoognodig om dit passend te belonen.
