Dat blijkt uit de tweede editie (de eerste is van 2021) van de Nationale Enquête Bedrijfsjuristen van het NGB, de beroepsvereniging voor bedrijfsjuristen. Met de enquêtes wil het NGB meer inzicht krijgen in trends en ontwikkelingen in de praktijk van bedrijfsjuristen. De resultaten zijn op 9 november gepresenteerd tijdens de najaarsbijeenkomst, met als thema ‘Externe juridische ondersteuning van de toekomst’. Ruim vierhonderd leden hebben de enquêtevragen beantwoord, die gingen over de functie van de bedrijfsjurist, arbeidsvoorwaarden, organisatie, cultuur op de werkvloer, en werk-privébalans.
Advocaten ingeschakeld
Uit de enquête blijkt dat een derde van de respondenten in de organisatie gebruikmaakt van interim bedrijfsjuristen, vooral ter vervanging van een collega of om piekdrukte op te vangen. Een interim opdracht duurt vaak tussen de zes en twaalf maanden. Een advocaat wordt door 90 procent wel eens ingeschakeld, meestal voor litigation of M&A. Ruim 70 procent werkt met een vast panel aan advocatenkantoren. Bij de selectie daarvan weegt de prijs relatief het zwaarst, gevolgd door de grootte van het kantoor en de beschikking over een internationaal netwerk. Financiële afspraken worden in 21 procent van de gevallen gemaakt op basis van een fixed fee en in 42 procent van de gevallen is dat een combinatie van fee-structuren. Meestal (88 procent) levert de advocaat wat is afgesproken. Bedrijfsjuristen willen van advocaten, maar ook van andere juridische ondersteuners, het liefst een pragmatisch advies en minder een theoretisch advies.
Salaris
Bedrijfsjuristen willen het liefst general counsel worden, en als ze dat al zijn, dan willen ze dat ook blijven. Eventueel bij een ander bedrijf: een vijfde van hen verwacht binnen een jaar elders te solliciteren. Dat is iets minder dan bij de vorige enquête. Als ze willen overstappen komt dat vooral door de bedrijfscultuur en het salaris. Wat dat laatste betreft: een bedrijfsjurist verdient gemiddeld € 111.306 bruto per jaar, 10 procent meer dan in 2021/22. Een kwart verdient tussen de € 75.000 en € 100.000, en 3 procent zit boven de € 250.000. De helft van de respondenten beschikt over een opleidingsbudget, wat gemiddeld € 2.721 is – 5 procent lager dan twee jaar geleden. Van de bedrijfsjuristen die reageerden op de enquête is 71 procent tevreden met het arbeidsvoorwaardenpakket, een fractie lager dan in 2021/22.
Legal entity management
Binnen het bedrijf is er wat betreft juridische infrastructuur het vaakst de beschikking over contract/ dossiermanagement, jurisprudentie/bronnenonderzoek en legal entity management, waarbij de laatste twee beide significant lager zijn dan in 2021/22. De behoefte aan legal entity management is juist gestegen. Ruim de helft van de bedrijfsjuristen geeft aan binnen de organisatie te worden gezien als pragmatisch meedenker of business partner, ruim een derde als trusted advisor. Voor 6 procent is dat de ‘brandweerman’: een verdubbeling ten opzichte van 2021/22.
Werkdruk
De grote meerderheid van de bedrijfsjuristen werkt volgens contract 36-40 uur in de week, dus meestal fulltime. Maar in de praktijk maakt 48 procent meer dan 40 uur per week. In 2021/22 was dat 55 procent. De werkdruk wordt dan ook door velen als (zeer) hoog ervaren.
