De onderzoeksresultaten staan in een nieuw proefschrift van promovenda Geerke van der Bruggen aan de faculteit der geesteswetenschappen van de Universiteit Utrecht. Van der Bruggen werkte in het verleden als schrijfcoach bij de Rechtspraak en deed de afgelopen jaren onderzoek naar de begrijpelijkheid en acceptatie van rechterlijke uitspraken. Dat heeft nu geresulteerd in het proefschrift Sprekende uitspraken: Hoe tekstingrepen de begrijpelijkheid en acceptatie van rechterlijke uitspraken kunnen vergroten. Daarin gaat de taalwetenschapper in op het belang van begrijpelijke taal in rechtspraak.
Begrip kweekt overtuiging
Een van de belangrijkste conclusies die Van der Bruggen in het proefschrift trekt, is dat procespartijen rechterlijke uitspraken eerder aanvaarden als zij de tekst die erin staat begrijpelijk vinden. De promovenda pleit dan ook voor eenvoudiger taal in uitspraken.
“De taal in uitspraken is voor veel mensen te moeilijk”, zo schrijft Van der Bruggen in haar onderzoeksrapport. “Lezers zonder juridische achtergrond snappen uitspraken beter als de rechter makkelijkere taal gebruikt en extra uitleg geeft. Dat kan al door moeilijke woorden te vervangen en vaker een punt te zetten. Ook is het belangrijk dat rechters juridische begrippen alleen gebruiken als dat nodig is, en die dan even kort toelichten.”
Voorrang
Momenteel gebeuren dat soort zaken, die uitspraken tekstueel een stuk begrijpelijker zouden maken, nog veel te weinig, constateert Van der Bruggen. Zij komt tot de conclusie dat rechters daarmee onbewust ‘voorrang verlenen’ aan juridisch ingevoerde lezers. Voor mensen zonder juridische achtergrond is het doorgaans erg lastig om een uitspraak te begrijpen. Die groep blijkt dan ook over het algemeen het minst tevreden over de kwaliteit van rechterlijke uitspraken.
Tegelijkertijd erkent de promovenda dat het vereenvoudigen van rechterlijke uitspraken niet van het ene op het andere moment gerealiseerd zal zijn. “Het vraagt een enorme inspanning van de rechtspraak om ineens primair voor de leek te schrijven.” Toch pleit Van der Bruggen ervoor om die inspanning wel te leveren, omdat het, blijkens het onderzoek, significant kan bijdragen aan de acceptatie van uitspraken.
Acceptatie
“Er blijkt een verband te zijn tussen de ervaren informatieve rechtvaardigheid en het oordeel over de rechtvaardigheid van de beslissing”, schrijft Van der Bruggen over die acceptatie. Dat houdt in: als procespartijen de informatie in de uitspraak begrijpen, zijn zij eerder van oordeel dat het besluit van de rechter rechtvaardig is. “Professionals en burgers verschillen in dat opzicht niet van elkaar.”
Opvallend is dat dit effect niet alleen optreedt bij procespartijen die in het gelijk worden gesteld, maar ook bij partijen die een zaak verliezen of slechts ten dele hun zin krijgen. “Er is geen verband te zien tussen de gunstigheid van de uitspraak en het oordeel van de procespartijen over de rechtvaardigheid van de beslissing.” Zowel ‘winnaars’ als ‘verliezers’ zijn het dus sneller met rechters eens als zij inhoudelijk begrijpen wat er in een uitspraak staat en hoe de rechter tot een oordeel is gekomen. “Blijkbaar is het ook voor procespartijen die gelijk krijgen prettig om in de tekst te lezen waarom dat zo is. Eenvoudigere taal maakt uitspraken dus uiteindelijk niet alleen begrijpelijker, maar ook overtuigender.”
| Geerke van der Bruggen verdedigt haar proefschrift op 18 december om 16:15 uur. Geïnteresseerden kunnen via een livestream meekijken. |
