Bestuur mag niet zomaar besluiten zonder advies bezwaarschriftencommissie

Een bestuursorgaan moet eerst het advies van de bezwaarschriftencommissie afwachten voordat het mag beslissen op een bezwaarschrift. Alleen als het bestuursorgaan van alle mogelijkheden om het besluit te verdagen op grond van artikel 7:10 Awb gebruik heeft gemaakt, mag het zonder advies besluiten, aldus de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in haar uitspraak van 12 november 2025.
beeld: Depositphotos

In deze uitspraak (ECLI:NL:RVS:2025:5425) ging het om een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerkwartier (‘het college’). Het college had een verzoek om handhaving van een buurman van een grondeigenaar afgewezen en deze maakt daartegen bezwaar. De buurman stelde dat de grondeigenaar in 2007 zonder vergunning een sloot had gegraven.

Het college had bij het nemen van het besluit op bezwaar het advies van de bezwaarschriftencommissie niet afgewacht. Het college betoogde dat dit mag op grond van artikel 3:6 Awb. Dat artikel heeft betrekking op wettelijke adviseurs en bepaalt dat als een advies niet tijdig wordt uitgebracht, het bestuursorgaan een besluit op bezwaar kan nemen zonder het advies.

De Afdeling oordeelt dat een bezwaarschriftencommissie geen wettelijke adviseur is als bedoeld in artikel 3:5 Awb. De bezwaarschriftenadviescommissie is op grond van de Verordening commissie bezwaarschriften een adviescommissie in de zin van artikel 7:13 Awb. Daarmee is de bezwaarschriftencommissie geen adviseur als bedoeld in artikel 3:5 Awb. De Afdeling verwijst naar een uitspraak van 15 januari 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:18) waarin de Afdeling dat ook al oordeelde. Als het bestuursorgaan beslist zonder advies van de bezwaarschriftencommissie is het besluit in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel van artikel 3:2 Awb.

Het college had nog een beroep gedaan op een passage uit de Memorie van Toelichting. In die passage staat dat overschrijding van de termijn om op het bezwaarschrift te beslissen niet tot gevolg heeft dat niet meer op het bezwaarschrift kan worden beslist. Het college legde die passage zo uit dat wanneer de beslistermijn overschreden is, het college zonder advies een besluit op bezwaar mag nemen. De Afdeling gaat daarin niet mee. Zij leidt uit de Memorie van Toelichting af dat dit alleen mag als alle mogelijkheden om op grond van artikel 7:10 Awb een besluit op bezwaar te verdagen gebruik is gemaakt. Dat had het college in dit geval niet gedaan. Hierbij speelt ook mee dat het college wist dat op korte termijn het advies zou komen. Kennelijk had het college geprobeerd de bezwaarschriftencommissie de pas af te snijden door snel te beslissen. Inhoudelijk had de buurman geen succes: het handhavingsverzoek was terecht afgewezen, aldus de Afdeling.

Voor de praktijk is relevant dat als de wettelijke verdagingstermijnen ongebruikt zijn verstreken, een bestuursorgaan wel zonder advies van de bezwaarschriftencommissie mag beslissen. Deze uitspraak laat zien dat de Afdeling streng is als het op wettelijke zorgvuldigheidseisen aankomt. Tegelijk schiet appellant hier materieel niets mee op. Zou er een manier te bedenken zijn om te voorkomen dat hierover zo lang moet worden geprocedeerd?

Wilt u vanaf nu elke maand een samenvatting van alle snelrechtartikelen van Mr.-Online in uw mailbox? Klik hier

Meer weten over deze organisatie(s)?

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven