Partnerbijdrage van

Bruikbare wetten maken die Nederland verder brengen

Net uit de collegebanken start jurist Noura ten Kate haar carrière bij een groot advocatenkantoor. Maar na 5 jaar begint het te knagen. Ze zoekt naar een betere werk-levenbalans maar zonder de juridische diepgang van de advocatuur te verliezen.

Delen:

Bruikbare wetten maken die Nederland verder brengen

Nu werkt ze als wetgevingsjurist bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. Ze maakt wetten met maatschappelijke impact.

Werk-levenbalans

Noura: ‘Na mijn studie privaatrecht ging ik de advocatuur in. Een heel goede keuze op dat moment. Ik werkte aan interessante zaken, vaak rondom geschillen tussen grote bedrijven. Ik startte met veel leuke collega’s die vaak in dezelfde fase zaten. Maar op den duur kwam ik in een andere levensfase terecht. Ik maakte als advocaat soms lange dagen. Mijn werk-levenbalans was zoek. Als starter vond ik die lange dagen niet erg. Maar na een tijdje kostte het me te veel energie. Bij de Rijksoverheid werk ik ook hard, maar niet tot ’s avonds laat.’ Wat Noura ook miste in de advocatuur is de maatschappelijke impact van haar werk. ‘Als advocaat verdedig je 1 standpunt, dat van je cliënt. Als wetgevingsjurist bekijk ik het plaatje van bovenaf: welke belangen spelen er en hoe vinden we daar een compromis in?’

Beloning topbestuurders

In 2017 maakt Noura de overstap naar de Rijksoverheid. ‘Ik ben nu wetgevingsjurist privaatrecht. Dat wil zeggen dat ik me bezighoud met het volledige traject van wetgeving, van het allereerste stadium totdat de wet in het staatsblad verschijnt.’ Haar allereerste traject heeft ze onlangs, na ruim 2 jaar, afgerond. ‘Ik ben vanaf dag 1 betrokken geweest bij een implementatiewet, samen met collega’s van het ministerie van Financiën. De wet implementeert een EU-richtlijn waarmee de betrokkenheid van aandeelhouders bij beursvennootschappen wordt vergroot. Aandeelhouders krijgen onder andere meer invloed op de beloning van topbestuurders. Die beloningen maakten het een beladen wetsvoorstel, waar in het Kamerdebat uitgebreid over is gediscussieerd. Toen de wet in werking trad, was dat echt een mijlpaal.’

‘Als advocaat verdedig je 1 standpunt, dat van je cliënt. Als wetgevingsjurist bekijk ik het plaatje van bovenaf: welke belangen spelen er en hoe vinden we daar een compromis in’

Van Kamervragen tot wetsvoorstel

De afwisseling en de dynamiek van het wetgevingsvak spreken Noura enorm aan. ‘Toen ik hier binnenkwam, wist ik dat ik me bezig zou gaan houden met ondernemingsrecht, burgerlijk procesrecht en internationaal privaatrecht. Ik doe van alles, het werk is erg afwisselend. De ene dag sluit ik mezelf op om aan een wetsvoorstel te werken, de dag erna ga ik naar Brussel voor onderhandelingen. Weer een dag later moet ik binnen een paar uur Kamervragen beantwoorden, om de volgende dag met mijn minister naar de Tweede Kamer te gaan. Daarbij komt dat deze baan echt juridische diepgang heeft, voor mij een belangrijk criterium. Een wet moet gewoon goed in elkaar steken. Behalve dat ik het wetgevingsproces begeleid, bijt ik me ook vast in de juridische, inhoudelijke kant.’

In de trein naar Brussel

Zo’n 1 tot 2 keer per maand gaat Noura een dag naar Brussel. ‘Namens Nederland onderhandel ik over een nieuwe verordening. Ik doe dit dossier samen met een collega in Brussel die bij de Permanente Vertegenwoordiging werkt. Ik ga over de inhoud, hij weet veel over het proces en staat me daarin bij. ’s Ochtends stap ik op de trein vanuit Rotterdam. Van 10 tot 18 uur zijn we aan het onderhandelen, aan een grote tafel met de Europese Commissie erbij en andere vertegenwoordigers. We praten dan de hele dag over een voorstel en hoe lidstaten erover denken. ’s Avonds stap ik weer op de trein naar huis.’

‘Als wetgevingsjurist vorm je een vrij abstracte wens uit de samenleving om tot heel concrete regelgeving. Met als uiteindelijk doel dat de wet doet waarvoor hij bedoeld is’

Europese regels gelijktrekken

Het gaat om een vrij technisch dossier dat al sinds september 2017 loopt, legt Noura uit. ‘Stel, een leverancier van onderdelen verkoopt de vorderingen die hij heeft op zijn klanten aan een derde. De leverancier hoeft dan niet zelf de vorderingen te innen (dat doet die derde) maar heeft meteen het geld ter beschikking. Als de leverancier, zijn klanten en de koper van de vorderingen in verschillende lidstaten zitten, is de vraag welk recht van toepassing is op de overdracht van de vorderingen. Om grensoverschrijdende handel te bevorderen, wil de EU de regels die het toepasselijk recht bepalen harmoniseren.’ Ook gaat Noura 2 keer per jaar naar de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) in Parijs. ‘Dit is een samenwerkingsverband van 36 landen dat sociaal en economisch beleid bestudeert en afstemt. Ik sluit aan om te horen waarmee ze bezig zijn.’

Politieke wens concretiseren

Enthousiast is Noura vooral over de politieke dimensie van haar werk. ‘Er komt iets uit een regeerakkoord en daar moeten regels voor worden opgesteld. Vervolgens start het denkproces: voor wie schrijven we deze wet, wat willen we ermee bereiken, welke belangen spelen er, en hoe schrijven we alles begrijpelijk op? Als wetgevingsjurist vorm je een vrij abstracte wens uit de samenleving om tot heel concrete regelgeving. Met als uiteindelijk doel dat de wet doet waarvoor hij bedoeld is.’ In Brussel is die politieke dimensie weer anders, zegt Noura. ‘Daar heb je niet alleen te maken met Nederlandse stakeholders, maar ook met 26 andere lidstaten die allemaal een eigen rechtssysteem hebben.’

Bruikbare wetten maken die Nederland verder brengen

‘Samen met de buitenwereld doorloop je een denkproces dat eindigt in een bruikbare wet die Nederland verder brengt’

Switchen naar wetgevingsvak

Switchen van de advocatuur naar het wetgevingsvak, kan dat zomaar? Noura: ‘Zeker! Als je rechten hebt gestudeerd, kun je wetten maken. Maar een wetgevingsjurist heeft natuurlijk andere vaardigheden nodig dan een advocaat. Daarom heb ik bij de Rijksoverheid gelijk het vak wetgevingstechniek gevolgd. Dan leer je precies hoe je een wet schrijft, welke punten en komma’s waar moeten. Maar je leert dit werk vooral door te doen. Je kunt natuurlijk uit een boek leren hoe en wanneer een stuk naar de ministerraad moet of naar de Raad van State. Maar in de praktijk is het soms handiger als je dat gewoon aan je collega’s vraagt, als het moment daar is.’

Buitenwereld betrekken

Ze heeft nog altijd profijt van haar tijd als advocaat. ‘Dankzij de advocatuur kan ik goed omgaan met deadlines. Soms kan wetgeving zo veelomvattend zijn dat het goed is een traject in kleine stukjes te hakken. Dus stel ik mezelf tussentijdse deadlines.’ Ook haar analytisch vermogen helpt. ‘Als advocaat moet je uit een heel lang stuk van de wederpartij de knellende punten halen en daarop inspringen. Dat analytisch vermogen zet ik hier in om een politieke wens om te vormen tot een concrete wet. Daarvoor spar je met de buitenwereld: stakeholders, collega’s, hoogleraren. Samen doorloop je een denkproces dat eindigt in een bruikbare wet die Nederland verder brengt.’

Delen:

Scroll naar boven