Een rechter die de zaak van Marco Borsato behandelt reageerde via haar privé X-account op een bericht van Saskia Belleman. Zij corrigeerde het bericht van de journalist die schreef dat aangeefster geen schadevergoeding meer kan vorderen als zij dat in deze zaak niet heeft gedaan: “Dat kan wel, maar niet meer bij de strafrechter. Er kan alsnog een civiele procedure over de schadevergoeding worden gevoerd, maar dat gebeurt vrijwel nooit.”
Peter Plasman, advocaat van aangeefster, vond het dom om publiekelijk mededelingen te doen over een zaak waar je zelf op zit. De advocaten van Marco Borsato, Geert-Jan en Carry Knoops lieten weten de rechter niet te zullen wraken.
De kwestie lijkt met een storm in een glas water te eindigen, maar kan dit nog gevolgen voor de rechter hebben? Zij zal er ongetwijfeld intern op worden aangesproken. En ook in raadkamer zal deze zittingscombinatie het incident bespreken en zich afvragen of ze in deze samenstelling nog verder kunnen in deze zaak. Een onschuldige privé-tweet over de algemene procesmogelijkheden kan worden uitgelegd als een procesadvies aan het vermeende slachtoffer.
Hoe zit het met het toezicht op wat rechters doen?
Een rechter kan tuchtrechtelijk worden aangesproken. Het toezicht op de rechterlijke macht en de mogelijkheid van ontslag en schorsing kent een basis in de artikelen 116 en 117 van de Grondwet. Het tuchtrecht is geregeld in artikel 46c van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren. De rechter kan bestraft worden bij verwaarlozing van de waardigheid van het ambt, de ambtsbezigheden of de ambtsplichten. Verder kan de rechter worden gestraft in specifieke gevallen. Daarvan kan bijvoorbeeld sprake zijn als een rechter contact met een van partijen opneemt of zijn ambtsgeheim schendt. Een derde grond voor bestraffing is een handelen of nalaten waardoor er ernstig nadeel wordt toegebracht aan de goede gang van zaken bij de rechtspraak of het in haar te stellen vertrouwen.
De Hoge Raad kan op vordering van de procureur-generaal een rechter straffen met een berisping, of met inhouding van maximaal een halve maand salaris. Ook kan een rechter worden geschorst voor de duur van ten hoogste drie maanden of zelfs worden ontslagen (art. 46 ca Wrra). Tuchtzaken plegen na onderzoek door de procureur-generaal te worden afgedaan door de president van het gerecht die eventueel een schriftelijke berisping kan geven.
Dan is er nog de externe klachtenregeling van artikel 13a van de Wet op de Rechterlijke Organisatie. Degene die een klacht heeft over de wijze waarop een rechter in functie zich tegen hem of haar heeft gedragen, kan daarover klagen bij de Hoge Raad. De Hoge Raad kan vervolgens oordelen dat de rechter zich niet behoorlijk heeft gedragen.
Ieder jaar doet de Hoge Raad verslag van de zaken die met toezicht op de rechterlijke macht van doen hebben.
In 2023 deed de advocaat-generaal onderzoek in een zaak waarin een rechter processen-verbaal ondertekende alsof die zaken door drie rechters waren behandeld, terwijl er in werkelijkheid maar één rechter aanwezig was geweest ter zitting. (Onlangs werd bekend dat het Openbaar Ministerie de voormalig rechter in kwestie gaat vervolgen.)
Er werden in 2024 136 externe klachten bij de procureur-generaal ingediend. Veel klagers waren het niet eens met de beslissing in hun zaak. Daarvoor is deze procedure niet bedoeld. Deze klachten werden daarom ongegrond verklaard. Een klacht dat een rechter de partij onvriendelijk had aangekeken, ‘kattig’ had gedaan en zich ‘vijandig’ had gedragen tijdens de zitting leidde tot een onderzoek. Daaruit bleek dat de rechter zich niet onheus had gedragen.
Een enigszins vergelijkbaar geval deed zich voor toen advocaat-generaal Peter Wattel zich als redacteur in een column in het NJB had uitgelaten over het conflict tussen Rusland en het bedrijf Yukos Oil, terwijl er diverse procedures in Nederland over die kwestie liepen. De vraag was of er getwijfeld moest worden aan de onafhankelijkheid van de behandeling van zaken bij de Hoge Raad. De Hoge Raad oordeelde dat rechterlijke ambtenaren in principe vrij zijn om buiten de zittingszaal hun mening te uiten, maar moeten beseffen dat de functie beperkingen meebrengt op grond van artikel 10 lid 2 EVRM. Zijn uiting had een persoonlijk karakter, had geen betrekking op een lopende zaak en bovendien was mr. Wattel geen rechter. De klacht was ongegrond.
Het uitgangspunt blijft echter dat de rechter enkel door zijn vonnis spreekt. Daar moeten procespartijen en derden het mee doen, zo oordeelde de Hoge Raad al eens. Dezelfde lijn volgt de rechtbank Midden-Nederland in het persbericht naar aanleiding van de commotie: “Desondanks had ze deze reactie niet moeten plaatsen omdat de afspraak is dat rechters zich niet uitlaten over hun eigen zaken.”
