Liesbeth Hulst, hoogleraar toegang tot het recht en gesubsidieerde rechtsbijstand aan de juridische faculteit van de Universiteit van Amsterdam zette het onderwerp op de kaart tijdens een symposium op 25 september in zaal SPUI 25 in Amsterdam. De grote lijn van de bijeenkomst: er gebeurt al veel op de juridische faculteiten, maar een universitaire opleiding sociale advocatuur zit er voorlopig niet in.
De Universiteit Tilburg heeft een Extended Master sociale advocatuur, maar de studenten krijgen er geen studiefinanciering voor. En het loopt ook niet echt storm, vertelde Reinout Wibier, hoogleraar privaatrecht en mede-initiatiefnemer van de master.
Er gebeurt meer. Aan de Erasmus School of Law is in mei de module Sociale Advocatuur binnen het Honoursprogramma afgerond. En volgende maand start de Masterclass Ondernemen voor Sociaal Advocaten bij de Amsterdam Law Hub in samenwerking met de UvA. Verder moet een campagne getiteld ‘Sociaal advocaat dat word je niet. Dat ben je!’ studenten warm maken voor de sociale advocatuur.
Veel rechtsgebieden
Alle universiteiten hebben in hun mission statement staan dat ze willen bijdragen aan een duurzame, veilige en rechtvaardige samenleving. “Toegang tot het recht hoor daar natuurlijk bij,” vindt opleidingsdirecteur Helen Overes (Vrije Universiteit). “Dus met die vraag zijn we aan de slag gegaan.” Dat heeft geleid tot een jaarlijkse dag van de sociale advocatuur, waarin de vaardigheden die studenten nodig hebben voor de sociale advocatuur centraal staan. “Studenten ontdekken tijdens werkgroepen met sociaal advocaten dat het vak veel rechtsgebieden omvat, dat je ervan rond kunt komen en dat je het verschil kunt maken in de samenleving.”
Decaan Mireille van Eechoud (Juridische Faculteit van de UvA) stipte aan dat slechts een op de vijf studenten advocaat wordt en daarvan weer een klein deel sociaal advocaat. “Je moet niet denken dat je alle beroepsgroepen kunt bedienen,” stelde zij.
Een veelgehoorde opmerking tijdens het symposium was dat de commerciële kantoren heel zichtbaar zijn op de juridische faculteiten: met gastcolleges, sponsoring, evenementen, cadeaus en andere verleidingen. Ruth de Bock (hoogleraar civiele rechtspleging aan de UvA en advocaat-generaal bij de Hoge Raad) vroeg zich af of commerciële kantoren niet té zichtbaar zijn. Waarop managing partner Dennis Horeman (De Brauw Blackstone Westbroek) antwoordde dat hij die zichtbaarheid ook aan de sociale advocatuur gunde.
Volgens Van Eechoud zijn het vooral de studieverenigingen die, met het oog op de loopbanen van hun leden, warme contacten onderhouden met de commerciële kantoren. “Moet je dan als universiteit borrels met sociale advocaten organiseren?” Ze vertelde dat de raad van decanen van de rechtenfaculteiten sinds het ministerschap van Franc Weerwind regelmatig overleg heeft met het ministerie van Justitie en Veiligheid. Op het departement leven ook zorgen over de krimpende sociale advocatuur.
Wezenlijke onderdelen
Verschillende sprekers benadrukten dat de vraag ‘Wat voor jurist wil ik zijn?’ op een vroeg moment en doorlopend moet worden gesteld in de rechtenopleiding. En dat de sociale advocatuur gaat over de meest wezenlijke onderdelen van het leven, zoals vrijheid (strafrecht), bestaanszekerheid (sociaal zekerheidsrecht) en gezin (familierecht). Volgens algemeen deken van de Nederlandse Orde van Advocaten Jeroen Soeteman zou het helpen als studenten wordt uitgelegd dat ze als sociaal advocaat niet alleen individuele klanten helpen, maar ook systeemveranderingen te weeg kunnen brengen door principezaken voor te leggen aan de Hoge Raad.
Sociaal advocaat Margreet de Boer (Van Kempen c.s. Advocaten ) zei over het belang van aandacht voor sociale advocatuur binnen de rechtenstudie: “Maak mensen bekend met het soort recht dat de sociaal advocaat beoefent. Een extended master is een kers op de taart, maar als je dat aan het einde van het curriculum aanbiedt, ben je de studenten allang kwijt.”
En het zou ook helpen als het centrale deel van de Beroepsopleiding Advocatuur anders wordt ingericht, stelde Horeman. “Sommige vakken komen pas laat in het programma aan de orde, terwijl de beginnende sociaal advocaat al snel wordt geconfronteerd met cliënten.”