Investeringen in de sociale advocatuur kwamen volop in het nieuws, schrijven Margje Rupert en Wilko ten Have in een blog over de toevoegingspraktijk: in 2026 30 miljoen erbij. Maar over de bezuinigingen in 2026 en 2027 wordt vooral gezwegen. Zo worden het maximum aantal toevoegingseenheden voor 2026 en 2027 aan de voorzijde teruggeschroefd en het maximaal te declareren punten aan de achterzijde ook. Beide advocaten zijn verbonden aan AMBT Advocaten, een kantoor met vestigingen in Assen, Groningen en Winschoten.
Maximum
In 2025 mag een sociaal advocaat maximaal 250 toevoegingseenheden aanvragen, wat gelijk staat aan 1.300 uren. Dat gaat in 2026 en 2027 terug naar 1.250 en 1.200 uren. Volgens Rupert en Ten Have komt dat omdat dit maximum – zo zou de Raad voor Rechtsbijstand redeneren – noodzakelijk is om te voorkomen dat advocaten en mediators jaarlijks dusdanig veel zaken behandelen dat de kwaliteit van de rechtsbijstand in het geding komt.
Urennorm
“De Raad voor Rechtsbijstand stelt dat de urennorm is gebaseerd op de algemeen binnen de beroepsgroep aanvaarde norm dat een advocaat of mediator jaarlijks 1.200 declarabele uren aan rechtsbijstand kan besteden”, schrijft het tweetal. “De 1.200 urennorm is gebaseerd op een 36-urige werkweek én vastgesteld om te voorkomen dat een praktijk uitsluitend uit toegevoegde zaken bestaat. Niet-declarabele uren – zoals administratieve werkzaamheden, wachttijd, overleg met kantoorgenoten, stagebegeleiding, studietijd die niet in verhouding staat tot de zaak, of contacten met de Raad – vallen hier dus buiten.” Dat zou er volgens de Raad voor Rechtsbijstand op neer komen dat een sociaal advocaat wekelijks 2,2 dag bezig is met de administratie, overleggen, studeren, begeleiden en/of te wachten.
Sigaar
Dat plaatsen Rupert en Ten Have tegenover de extra investeringen in de sociale advocatuur zoals die werd aangekondigd in de Voorjaarsnota. “Het is een sigaar uit eigen doos. Aan de voorzijde wordt voor het publiek de indruk gewekt dat de sociaal advocaat extra budget krijgt door de puntentaantallen, de toeslagen, het basistarief per punt en de reiskostenvergoeding te verhogen waardoor het inkomen (eindelijk) wordt aangepast aan de huidige tijd. Maar aan de achterzijde wordt het aantal uren beperkt en wordt de sociaal advocaat beperkt door een maximum aantal punten. Ook wordt de inzet van paralegals en advocaat-stagiairs afgestraft door de urennorm. Daardoor is het niet aantrekkelijk voor jonge advocaten om het beroep van sociaal advocaat te ambiëren.”
Beledigend
De twee advocaten vallen vooral over de urennorm van 1.200 declarabele uren. “Er is geen commercieel kantoor waarbij die urennorm wordt gehanteerd. De suggestie dat sociaal advocaten de helft van de werkweek bezig zijn met randzaken is beledigend. Het doet afbreuk aan de instelling en de werklust van de advocaten die elke dag bezig zijn met het beschermen van een kwetsbare doelgroep. Deze beleidswijziging zou wel eens de doodsteek van de sociale advocatuur kunnen zijn.”
Lees hier het blog van advocaten Margje Rupert en Wilko ten Have.
