Daarmee is de investering die de sociale advocatuur tegemoet kan zien minder dan de gewenste 40 miljoen euro, maar desondanks een welkome opsteker. Begin april leek het er namelijk nog op dat er voorlopig nog helemaal niet geïnvesteerd zou worden, nadat staatssecretaris Struycken van Rechtsbescherming liet weten eerst nog ‘aanvullend onderzoek’ te willen afwachten.
Commissie-Van der Meer II
De staatssecretaris ging daarmee in tegen de aanbevelingen van de Commissie-Van der Meer II, die in maart van dit jaar in het rapport Veranderde tijden aanraadde om de genoemde 40 miljoen te investeren. Dat zou het minimale bedrag zijn dat nodig is om de sociale advocatuur in Nederland op de lange termijn levensvatbaar te houden. Sanne van Oers, algemeen deken van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) en zelf werkzaam als sociaal advocaat, noemde de reactie van de staatssecretaris op het rapport destijds “buitengewoon teleurstellend”.
Moties
Van Oers is niet de enige die zich niet zomaar wenste neer te leggen bij het besluit van Struycken. Op 15 april, toen de onderhandelingen over de voorjaarsnota in volle gang waren, dienden diverse fracties uit de Tweede Kamer moties in waarin het kabinet werd opgeroepen om de sociale advocatuur te versterken. Onder meer SP, GroenLinks-PvdA en D66 vroegen het kabinet in die moties om de aanbevelingen van de Commissie-Van der Meer II zo snel mogelijk over te nemen en in te voeren.
Het gaat in die moties niet alleen om extra geld vanuit het Rijk, maar ook om andere verbeteringen binnen de sociale advocatuur. Hoewel er pas later in april gestemd wordt over de moties, lijkt de eerste horde met de voorgenomen investeringen ter waarde van 30 miljoen euro al voor een deel genomen.
