FOPO in toga: wat zullen ze wel niet van me denken?

Als we de deskundigen moeten geloven zitten we in een FOPO (Fear of Other People’s Opinions) epidemie. Ook – of juist – als jurist kan dit je leven en werk negatief beïnvloeden. Hoe reken je af met FOPO? 5 tips.

Delen:

beeld: Depositphotos

Toen je voor het eerst hoorde wie zich had gemeld als advocaat van de wederpartij wilde je de zaak eigenlijk meteen aan een collega overdragen: een bekende advocaat van een Zuidas kantoor met minstens vijfentwintig vliegjaren. En daar kwam jij aan als provinciaaltje van een klein kantoor met nog geen vier jaar ervaring. Maar er was niemand beschikbaar om de zaak aan over te dragen en dus had je geen keus. Over de eerste brief deed je extreem lang, omdat je steeds was afgeleid door de gedachte dat je iets doms zou zeggen tegen deze advocaat met een reputatie waarvan jij alleen maar kon dromen. Later tijdens de onderhandelingen over een VSO opereerde je veel te voorzichtig, waardoor de zaak uiteindelijk op een procedure uitliep en jouw angst bewaarheid werd: pleiten tegen jouw angstgegner. Tijdens de zitting kon je je maar moeilijk op je eigen pleidooi focussen, omdat je vooral bezig was met je tegenpleiter: wat zou hij vinden van jouw betoog? En dan zat je baas ook nog in de zaal, waardoor je ging twijfelen aan de juistheid van bepaalde argumenten, die je dan ook maar hebt weggelaten uit angst dat hij je daar later op zou gaan aanspreken. Toen de rechter je een vraag stelde, waarop je in jouw beleving geen goed antwoord had, was je ervan overtuigd dat je baas heel teleurgesteld zou zijn. Maar toen je hem naar het incident vroeg, keek hij je vragend aan: het was hem ontgaan.

Dit is nu een heel goed voorbeeld van het onderwerp dat in mijn coachingspraktijk bijna dagelijks aan de orde komt: FOPO: Fear of Other People’s Opinions. In deze bijdrage volgt een nadere toelichting op dit verraderlijke fenomeen, waarvan je ook – of juist – als jurist veel last kunt hebben. FOPO hangt samen met het in mijn vorige bijdrage besproken spotlight effect: denken dat je het middelpunt van de aandacht bent.

Wat is FOPO?

De term FOPO wordt toegeschreven aan de Amerikaanse psycholoog Michael Gervais – auteur van het gelijknamige boek FOPO. FOPO staat voor bijna obsessief bezig zijn met wat anderen van jou denken uit angst om veroordeeld of afgewezen te worden. FOPO is een onderliggende angst die altijd aanwezig is zelfs – of juist – als je alleen bent. Evolutionair is FOPO goed te verklaren: we zijn sociale wezens en duizenden jaren geleden maakte onze wens om goed in de groep te liggen onze voorouders voorzichtig. De angst voor afwijzing is diepgeworteld. Wat nieuw is, is dat die angst groter lijkt te zijn geworden door de combinatie van social media, prestatiedruk en een toegenomen afhankelijkheid van bevestiging en erkenning. Volgens Gervais zitten we zelfs in een FOPO-epidemie. FOPO komt vaker voor dan ooit en ondermijnt ons potentieel, omdat het ons ervan weerhoudt te doen wat we zelf willen.

Praktijkvoorbeelden

  • Tijdens een vergadering zeg je weinig of niets uit angst om iets doms te zeggen.
  • Je vermijdt scherpe of afwijkende standpunten en speelt zoveel mogelijk op ‘safe’ om niemand voor het hoofd te stoten.
  • Je durft geen nee te zeggen tegen een nieuwe zaak uit angst voor kritiek van je baas.
  • Je gaat in een zwakke zaak toch procederen om je cliënt te pleasen en kritiek voor te zijn.
  • Je bent eindeloos aan stukken aan het schaven en zelfs als het klaar is en bij je baas ligt noem je het nog ‘een concept’.
  • Je past als rechter je vonnis aan, omdat de media meekijkt.
  • Je durft bij de bespreking van een dossier geen kritische vragen te stellen aan collega’s, omdat je niet wil dat een vraag verkeerd valt.
  • Je scant voortdurend je omgeving op zoek naar goedkeuring en interpreteert alle mogelijke aanwijzingen: dat knikje van je baas tijdens de vergadering, de frons op het voorhoofd van jouw cliënt tijdens de zitting.

Waarom zijn juristen gevoelig voor FOPO?

De gemiddelde juridische werkomgeving is competitief en dat versterkt FOPO: je gaat jezelf constant vergelijken met andere collega’s, waardoor je vanzelf ook meer aandacht besteedt aan wat anderen wel of niet van jou denken. Ook de status die je als jurist hebt in de maatschappij – en dat geldt zeker voor identiteit gevoelige beroepen als advocaat, rechter, officier van justitie of notaris – geeft een bepaalde druk, waardoor je je sneller zorgen gaat maken over je reputatie – en dus over wat anderen van je denken.

De rol die je als jurist hebt en de aard van je werkzaamheden brengen vaak ook met zich mee dat je een bepaalde gevoeligheid ontwikkelt voor wat de omgeving vindt. Je bent niet zelden de persoon die een belangrijke en soms zelfs een beslissende rol heeft in een dossier. In veel gevallen sta je in de frontlinie en krijg je de volle laag. Het is niet zo gek dat je daardoor een bepaalde angst ontwikkelt voor wat mensen van jou denken.

Wat zijn de gevolgen van FOPO?

FOPO legt je het zwijgen op, maakt je risicomijdend en conformistisch. Je zegt niet wat je écht denkt en kiest voor veilig en voorspelbaar gedrag uit angst voor kritiek. Zo ondermijn je jezelf, omdat FOPO je ervan weerhoudt om authentiek te zijn en je eigen belangen en doelen na te streven. Zodra de mening van anderen je belangrijkste drijfveer wordt, verlies je bovendien het contact met jezelf en daardoor ook met anderen. Omdat je je ware ik niet deelt, voel je je zelden verbonden, begrepen of gezien.

Hoe meer aandacht je besteedt aan wat anderen van je denken, hoe meer je ook je eigen vakmanschap ondermijnt. Je bent namelijk voortdurend afgeleid, zoals in de casus waarmee deze bijdrage begon: de hoofdpersoon was vooral met anderen bezig in plaats van met haar zaak. Je mist daardoor ook kansen om jezelf op een positieve manier zichtbaar te maken, met als gevolg dat gevoelens van onzekerheid alleen maar worden versterkt.

Door je voor te doen als iemand die je niet bent en een rol te spelen, voel je voortdurend de druk om de façade in stand te houden. En dat vreet ook nog eens energie. Continu alert zijn, de perceptie van anderen managen, je eigen mening onderdrukken, anderen pleasen…het is doodvermoeiend en bijna een dagtaak.

Wat te doen aan FOPO?

Je druk maken over wat anderen van je vinden is contraproductief, omdat het jou belemmert in je functioneren en welzijn. De remedie is volgens Gervais eigenlijk heel simpel: je moet de focus van aandacht verleggen: terug naar jezelf, op datgene waar je zelf invloed op kan uitoefenen en dat is zeker niet wat mensen wel of niet van jou denken. Dat ligt buiten jouw invloed. Als je minder aandacht besteedt aan wat anderen van jou vinden en juist meer aan wat jou tot jóú maakt – jouw talenten, jouw waarden, wat jij belangrijk vindt en jouw doelen – versterk je je eigen waarde en dat is de basis voor meer zelfvertrouwen en betere prestaties.

Hoewel de remedie simpel is, blijkt het in de praktijk nog niet zo makkelijk om je los te maken uit de verlammende greep van FOPO. Je helemaal niets aantrekken van anderen is uiteraard niet de oplossing. Daarmee mis je waardevolle informatie en de kans om iets te leren over jezelf.

5 praktische tips

Hieronder geef ik vijf praktische tips om FOPO te verminderen.

1. Herken de interne FOPO-stem. Let op de gedachten die je gedrag sturen, zoals: ‘Wat als ik iets doms zeg?’ ‘Ze vinden me straks te scherp/te onzeker…’ Oefen jezelf in het herkennen van deze negatieve gedachten. Benoem ze (‘Aha, daar is FOPO weer!’) – dat alleen al creëert afstand.

2. Identificeer je ‘publiek’ – voor wie ben je eigenlijk bang? Maak het concreet: ‘Wie zijn ‘die mensen’ voor wie ik bang ben? Zijn die echt zo belangrijk? Wat zou het gevolg zijn als ze mij beoordelen?’ Je zult zien: het zijn er maar een paar. En hun oordeel heeft meestal minder impact dan je denkt. Besef ook dat de meningen in je omgeving net zoveel macht over jou hebben als jij eraan geeft.

3. Zoek bewust ongemak op. Oefening baart kunst. Maak jezelf minder gevoelig voor FOPO door stap voor stap risico’s te nemen. Begin klein! Voorbeelden:

  • Stel in een vergadering één scherpe vraag, ook als het spannend voelt.
  • Zeg eens: ‘Ik weet het (nog) niet zeker’ – dat is sterker dan doen alsof.
  • Post op social media een afwijkende mening waar je écht achter staat.

4. Focus op waarde, niet op goedkeuring. Steeds als je tegen jezelf zegt: ‘Wat zullen ze wel niet denken?’ vervang je dat door: ‘Wat draagt bij aan de zaak, het gesprek of het doel?’ ‘Wat is van waarde?’ ‘Waar wil ik nu in investeren?’ Zo verleg je de focus naar wat voor jou belangrijk is.

5. Blijf je toch maar malen over wat een ander denkt? Vraag eens wat vaker rechtstreeks naar iemands mening in plaats van ernaar te gissen. In veel gevallen zit je er grandioos naast, zoals in de casus: de baas van de hoofdpersoon had de vraag van de rechter niet eens meegekregen en dus was haar aanname dat hij wel teleurgesteld moest zijn, omdat zij in haar beleving een vraag van de rechter niet adequaat beantwoord had, volkomen misplaatst.

Ergo: je hebt geen glazen bol, dus je weet helemaal niet wat anderen van je denken en dus kun je maar beter aan jezelf denken.

Literatuur en bronnen
Gervais, M., How to Stop Worrying About What Other People Think of You, Harvard Business Review, 2 mei 2019.
Gervais, M., FOPO, fear of people’s opinions: de eerste regel van succes: maak je niet druk om wat anderen van je vinden, 9789049204884.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven