De generatie Y, dat zijn toch die jonge professionals die vooral letten op hun work-life balance, voor wie het werk niet langer op de eerste plaats komt? Die hun papa- of mamadag echt niet opofferen voor de heilige graal van het partnerschap bij een groot kantoor? Die zingeving veel belangrijker vinden dan een goed inkomen, en stiekem misschien een beetje lui zijn?
Deze en andere vooroordelen slingerde gespreksleider Art Rooijakkers tijdens het congres van de Stichting Jonge Balie op 2 november de zaal in om de discussie uit te lokken met de jonge advocaten. Jammer alleen dat Rooijakkers de zaal vroeg om de hand op te steken als reactie op de stellingen. Advocaten staan misschien bekend als goedgebekt en assertief, maar in volle zaal, bij gebrek aan veilig anonieme stemkastjes, zomaar uit de anonimiteit treden…Dat was bijna voor iedereen te veel gevraagd.
Balans werk-privé
Gelukkig gaven de panelleden Derk Lemstra (managing partner bij Stibbe), Guy de Wijkerslooth (advocaat bij BvdV Advocaten en Belastingadviseurs), Harm Cammel (partner bij Voxius en columnist bij Mr. Magazine) en Imke Blatter (coach en consultant bij Dialogue) wel ruimhartig hun mening in TivoliVredenburg in Utrecht. Afgaande op hun woorden hoeven we ons geen zorgen te maken over de toekomst van de Nederlandse advocatuur. “Het beeld bestaat dat de generatie Y hard werken minder vanzelfsprekend vindt,” bevestigde Blatter. “Maar dat klopt niet.” Haar tip voor advocaat-partners: “Vraag door als iemand nee zegt tegen een opdracht.”
“De balans werk-privé is belangrijk,” erkende Lemstra. “Maar in een project nee zeggen gebeurt niet. Als je met je kinderen in de dierentuin loopt, en de klant of de partner belt, dan moet je de telefoon opnemen. En als je dat niet wilt, moet je je afvragen of je bij ons op je plek bent.” Waaraan Harm Cammel toevoegde: “In dit vak moet je accepteren dat de balans er niet altijd is. Rust moet je buiten de piekmomenten nemen.”
Democratisch ingericht
De Wijckersloot werkt bij het Utrechtse BvdV in een volledig democratisch ingericht kantoor. Iedereen beslist mee, van de partner tot de secretaresse. Een totaal andere sfeer dan de wat hardere, zakelijke cultuur aan de Zuidas. “Hard werken is geen doel op zich, efficiënt werken wel,” meent De Wijkerslooth.
Een jonge vrouw uit de zaal merkte op dat de jonge advocaten wel hard móeten werken. “Door de mobiele telefoon zijn we altijd bereikbaar. Dat vraagt om een andere houding dan de generatie boven ons.” Helemaal waar, erkende Lemstra. “Dat probleem is niet makkelijk op te lossen. Wij kunnen, anders Daimler, niet zeggen dat we na zes uur niet meer mailen.” Wel helpen veel advocatenkantoren hun medewerkers bij hun persoonlijke ontwikkeling, zodat het personeel beter in zijn vel zit.
Liever rechter worden
Je kunt dit werk immers alleen volhouden als je bevlogen bent, vonden alle sprekers. “A happy cow gives more milk,” in de woorden van De Wijkerslooth. Blatter noemde nog wel een minpuntje van de leden van de generatie Y: “Ze zijn perfectionistisch, proberen hun pad uit te stippelen en kunnen soms moeilijk van hun plan afwijken.” Verder niets dan lof voor deze jonge garde die volgens de panelleden geëngageerd, creatief en zelfbewust is en, vooruit, ook een tikje ongeduldig.
Dat laatste wil zeker niet zeggen dat ze allemaal de advocatuurlijke apenrots willen beklimmen om als goedbetaalde partner eindigen. Integendeel: Harm Cammel zag tijdens zijn periode bij De Brauw veel talentvolle jongeren voor wie het partnerschap niet de heilige graal is, en die daar volmaakt gelukkig bij zijn.
Een jonge vrouw uit het publiek verwoordde het zo: “Het lijkt mij helemaal niet leuk om andere mensen aan te sturen. Ik wil veel liever rechter worden.” De zaal beloonde haar met een groot applaus. Was dat een bevestiging van de eerder door Rooijakkers gelanceerde stelling ‘De generatie Y haalt minder bevrediging uit het advocatenwerk”?
