Partnerbijdrage van

‘Het bestuurlijke boeterecht is inmiddels echt voer voor specialisten’

Delen:

Oswald Jansen

De bestuurlijke boete kan op vele terreinen worden toegepast. De rechtspraak van de hoogste bestuursrechters over het boeterecht is inmiddels zo overvloedig dat het hard werken is om het bij te houden. Het bestuurlijke boeterecht is daardoor echt voer voor specialisten, zegt CPO-docent Oswald Jansen.

In het boeterecht zoeken wetgever en rechter nauw aansluiting bij het strafrecht, en dat betekent dat de rechtspraak van de strafkamer van de Hoge Raad over leerstukken zoals bijvoorbeeld medeplegen, feitelijke leidinggeven, eendaadse samenloop, voortgezette handeling, ne bis in idem van belang is. Zwijgrecht, cautie en de toepassing van het nemo tenetur-beginsel zijn leerstukken die niet alleen door de strafrechter worden toegepast, maar ook door de civiele rechter en de bestuursrechter. Daar komt bij dat de bestuursrechters, ondanks een relatief groot aantal Grote Kamer-uitspraken in het boeterecht, niet altijd op één lijn zitten. Veel strafrechtelijke leerstukken lokken meer richtinggevende rechtspraak van de bestuursrechter uit dan van de strafrechter. Dat geldt bijvoorbeeld voor het zwijgrecht van de rechtspersoon. De strafpraktijk zou meer naar de bestuursrechtelijke rechtspraak kunnen kijken, hoor ik strafrechtadvocaten vaak zeggen.

Lees het volledige artikel op verderdenken.nl.

Delen:

Scroll naar boven