Partnerbijdrage van

Het potentiële bereik van opschorten en verrekenen is gigantisch

De onderwerpen opschorten en verrekenen worden vaak als lastig ervaren. CPO-docent René Klomp legt uit waar de moeilijkheid zit. In de cursus Opschorten en verrekenen geeft hij tips voor de dagelijkse praktijk. Een gesprek over de paradox van het opschortingsrecht, het hokken van prestaties en de veelgemaakte fout van de verjaarde vordering.

Delen:

De onderwerpen opschorten en verrekenen worden vaak als lastig ervaren, waarom is dat?
“Dat heeft te maken met de tekst van het opschortingsartikel in het BW. Daarin staat namelijk dat de schuldenaar die een opeisbare vordering heeft op de schuldeiser mag opschorten. Dat lijkt de omgekeerde situatie, want je eerste gedachte is dat de schuldenaar toch juist degene is die moet presteren. Deze paradox maakt het een lastig onderwerp.

Bij verrekenen gebeurt eigenlijk het tegenovergestelde. Het wordt haast intuïtief direct begrepen. Het is voor iedereen vanzelfsprekend dat wanneer partijen over en weer vorderingen op elkaar hebben, ze mogen verrekenen. Beide leerstukken, opschorten en verrekenen, liggen dicht bij elkaar, maar zijn niet hetzelfde. Dat vind ik fascinerend aan deze onderwerpen.”

Welke problemen kunnen zich in de praktijk voordoen bij opschorten?
“Het komt voor dat beide partijen zich op het opschortingsrecht beroepen, vergelijkbaar met de situatie van verrekenen. Het antwoord op de vraag of dat mogelijk is, vind je in de parlementaire geschiedenis van artikel 6:52 BW. Daarin is aangegeven dat de rechter moet kijken aan welke kant de prestatie als eerste hokte. Juist door dat bijzondere woord ‘hokken’, kent elke rechter deze overweging. De consequentie van deze toelichting in de parlementaire geschiedenis is dat partijen zich niet gelijktijdig op opschorten kunnen beroepen. Je moet kijken wie als eerste zonder goede reden stopte met presteren, de andere partij mag dan opschorten. Een ander belangrijk aandachtspunt in dit kader is dat het niet gaat om het moment van het inroepen van het opschortingsrecht, maar om het moment waarop de eerste partij niet presteerde.

Ten aanzien van het leerstuk van opschorting, heeft de Hoge Raad bepaald dat je ook nog tijdens een procedure een beroep op opschorting kunt doen. Het is dus nooit te laat om je daarop te beroepen. Elk niet presteren kán worden gekwalificeerd als een beroep op opschorting. Dat maakt het een machtig wapen.”

Wat zijn veelgemaakte fouten?
“Het komt voor dat een partij vergeet om zich op opschorten te beroepen, terwijl dat, zoals ik net al aangaf, zelfs nog mogelijk is in een procedure bij de rechter. Een rechter zal het niet ambtshalve toepassen. Andersom zit er ook een risico aan het ten onrechte inroepen van een opschortingsbevoegdheid. Als namelijk achteraf blijkt dat je geen recht had om op te schorten, dan ben je van rechtswege in verzuim met alle gevolgen van dien. Je bent dan schadeplichtig. Voor advocaten is dit zeker een aandachtspunt als je een cliënt moet adviseren. Houd er ook rekening mee dat je proportioneel moet opschorten, dus in verhouding tot het niet nakomen van de wederpartij.

Bij het leerstuk van verrekenen is de verjaarde vordering een veelgemaakte fout. In artikel 6:131 BW staat dat de bevoegdheid tot verrekening niet eindigt door verjaring van de rechtsvordering. Kennelijk onthoudt men dat zo dat je een verjaarde vordering altijd nog in verrekening kunt brengen. Maar dat klopt niet. Je kunt artikel 6:131 BW inroepen als je een bevoegdheid tot verrekenen hebt gehad, maar niet hebt benut. Het werkt niet als je eigen vordering al verjaard was voordat de tegenvordering is ontstaan.”

Zijn er actuele ontwikkelingen rondom opschorten en verrekenen?
“De lijn van de Hoge Raad is al jaren consistent op het gebied van opschorten en verrekenen. Er liggen momenteel een paar conclusies van advocaten-generaal bij de Hoge Raad waarin opschorting aan de orde komt. Ik verwacht niet dat uit de uitspraken nieuwe ontwikkelingen zullen voortvloeien.

Ook rondom verrekening zijn geen grote veranderingen. In uitspraken wordt eerder de bestaande lijn nader ingevuld. Zo is het bereik van de regel dat wanneer niet eenvoudig is vast te stellen dat een beroep op verrekening gegrond is, de rechter dat beroep mag verwerpen, stapsgewijs uitgebreid.”

U praat enthousiast over opschorten en verrekenen. Wat spreekt u zo aan in deze onderwerpen?
“Tijdens mijn studie vond ik opschorten een lastig onderwerp. De schijnbare tegenstelling bij opschorten intrigeerde mij. Dat is ook de reden dat ik me er later zo in verdiept heb en er graag cursussen over geef. Het geeft me voldoening als ik tijdens een cursus zie dat anderen het onderwerp gaan doorzien en het niet meer als lastig ervaren. En vergeet niet: het potentiële bereik van opschorten en verrekenen is gigantisch. Er wordt dagelijks opgeschort en verrekend zonder dat men zich van de exacte juridische bepalingen bewust is. Vaak gebeurt het intuïtief. Voor juristen is het uiteraard wel belangrijk om exact te weten hoe de regelgeving in elkaar zit om geen fouten te maken.”

Opschorten en verrekenen: wanneer mag het wel en wanneer niet? René Klomp verzorgt op 5 oktober 2021 de cursus ‘Opschorten en verrekenen’. Meer info en inschrijven

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op verderdenken.nl.

Delen:

Scroll naar boven