Een gebed zonder einde, zo kan de aanloop naar de Omgevingswet gerust worden getypeerd. Deze wet, die alle huidige wet- en regelgeving betreffende de leefomgeving in Nederland moet gaan bundelen (bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur), ligt al sinds maart 2016 gereed (!) om in te voeren. Toen sprak de Eerste Kamer haar goedkeuring uit.
ICT: moeite mee
Viermaal inmiddels werd de inwerkingtreding echter uitgesteld, omdat de uitvoering complexer bleek dan verwacht. En dat terwijl de kaderwet een versimpelingsslag moest betekenen van het sterk versnipperde omgevingsrecht: van 26 wetten naar één, van 60 AMvB’s naar vier, zo was de bedoeling.
Dat was echter gerekend buiten de moeilijke verhouding van de overheid met ICT. Ook corona bracht vertraging met zich. In februari van dit jaar kwam de toen pas aangestelde minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Hugo de Jonge (CDA) met de huidige geplande inwerkingtreding op 1 januari 2023.
Van uitstel komt uitstel
Voor de zomer dreigde opnieuw uitstel, toen de Eerste Kamer een debat erover verzette wegens voorziene problemen met de software van het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO). De senatoren besloten het onderzoek af te wachten van het Adviescollege ICT-toetsing (AcICT), dat regering en parlement adviseert over ICT-projecten en informatiesystemen.
Wel werd een motie aangenomen waarin werd uitgesproken dat 1 januari 2023 het uitgangspunt zou blijven. Parlementaire instemming met de ingangsdatum, zelfs al is de wettekst door beide Kamers aanvaard, is vereist omdat er een zogeheten ‘voorhangprocedure’ wordt gevolgd.
Zijden draadje
Maar de Omgevingswet hangt nu dus wéér aan een zijden draadje, want het AcICT waarschuwt “dat de maatschappelijke risico’s van inwerkingtreding van de Omgevingswet op of kort na 1 januari 2023 te groot zijn”. De vergunningverlening kan in het gedrang komen, wat vervolgens weer verstrekkende gevolgen kan hebben voor woningbouw – te midden van grote nood.
De Eerste Kamer spreekt en stemt binnenkort over de inwerkingtreding.
