Het LOVCH krijgt daarbij een reactietermijn tot woensdag 31 maart. Gaat de limiet niet van tafel, dan zal er op basis van de conceptdagvaarding een datum voor het kort geding gevraagd worden. Dat zegt Wouter Pors, IE-advocaat bij Bird & Bird en bestuurslid van de Vereniging Intellectuele Eigendom Proces Advocaten, die bij het voorbereiden van de conceptdagvaarding is betrokken desgevraagd tegen Mr.
Protest
Ondanks fel protest vanuit de advocatuur publiceerde de Rechtspraak deze week het nieuwe procesreglement, zoals dat vanaf 1 april bij de hoven zal gelden in civiele dagvaardingszaken en verzoekschriftprocedures. Volgens het LOVCH volstaat de omvang van 15 tot 25 pagina’s in veruit de meeste procedures.
De limieten worden ingevoerd om een einde te maken aan de steeds dikkere procesdossiers. Door de toenemende omvang van de dossiers neemt de behandeltijd per zaak flink toe, aldus de hoven, wat zorgt voor druk op doorlooptijden. Processtukken zijn vaak nodeloos lang en er staan veel herhalingen in.
Onrechtmatig
De advocaten eisen in hun conceptdagvaarding dat de limitering van processtukken definitief niet wordt ingevoerd of in ieder geval wordt opgeschort met het oog op een bodemprocedure. Volgens hen is de limitering onrechtmatig. De advocaten stellen verder dat beperking van de omvang van processtukken in hoger beroep hen op een ongerechtvaardigde en onrechtmatige manier belemmert in het procederen in hoger beroep.
Geen juridische basis
“De voorgenomen beperking van de omvang van de processtukken in hoger beroep via een wijziging van de procesreglementen is onrechtmatig, onjuist, ongerechtvaardigd en zowel voor de rechtzoekenden als voor Nederland potentieel schadelijk is”, schreef Pors, eerder al in zijn artikel ‘Beperking van de omvang van processtukken in hoger beroep’. Bovendien is er volgens hem geen juridische basis voor.
Zienswijze
Eerder reageerde ook de Nederlandse Orde van Advocaten ontstemd op het besluit van het LOVCH om de aanpassing van de landelijke procesreglementen niet terug te draaien. Nadat de Orde had vastgesteld dat zij niet was betrokken bij het besluit om per 1 april een limiet te stellen aan de lengte van processtukken stuurde zij op 8 februari haar zienswijze aan het LOVCH. Daarop volgde een overleg met het LOVCH, maar dit leidde er niet toe dat de aanpassing werd teruggedraaid.
Handreiking
Wel wordt door de Rechtspraak de mogelijkheid geboden dat een partij bij juridische of feitelijke complexiteit aan het hof kan vragen of een langer processtuk mag worden ingediend, waarop het hof “zo spoedig mogelijk en met inachtneming van de belangen van partijen” zal beslissen. Maar volgens de Orde is dit nog steeds onvoldoende om aan de bezwaren tegemoet te komen en staat het stellen van de limieten op gespannen voet met de wet en de fundamentele beginselen van het procesrecht.
