Partnerbijdrage van

“Juristen moeten in elke klimaatkwestie zoeken naar de juiste juridische haakjes”

Ook bij financiële instellingen is klimaatverandering een belangrijk thema. Frits-Joost Beekhoven van den Boezem, general counsel en divisiedirecteur Juridische zaken van De Nederlandsche Bank, vertelt hoe deze instelling invloed kan uitoefenen in de strijd tegen de klimaatcrisis. Op 25 juni gaat hij tijdens het CPO-symposium over klimaat & recht uitgebreid op dit onderwerp in.

Delen:

Waarom is het thema klimaat & recht voor u belangrijk?

“Klimaat en recht zijn voor mij nauw met elkaar verbonden. Dat komt ook door mijn achtergrond, ik heb milieukunde en rechten gestudeerd. Begin jaren 90 heb ik mij als advocaat gespecialiseerd in milieu- en bestuursrecht. Dat was toen nog een relatief jong rechtsgebied. Het was ook de tijd dat de eerste juridische successen werden geboekt in de strijd tegen de achteruitgang van het milieu. In mijn huidige rol als general counsel bij De Nederlandsche Bank heb ik ook veel te maken met dit thema.”

Welke rol kan De Nederlandsche Bank spelen in de strijd tegen de klimaatcrisis?

“De Nederlandsche Bank heeft verschillende taken: zorgen voor prijsstabiliteit en toezicht houden op financiële instellingen bijvoorbeeld. Vanuit deze taken zijn er mogelijkheden om invloed uit te oefenen in de strijd tegen de klimaatcrisis. Daarbij moeten we uiteraard wel binnen ons mandaat blijven.”

Hoe kan De Nederlandsche Bank via het instrument van prijsstabiliteit invloed uitoefenen op klimaatverandering?

“Het zorgen voor prijsstabiliteit is een taak die we op Europees niveau uitoefenen. Het is onze taak om ervoor te zorgen dat de inflatie rond de 2% blijft. Om dat te bewerkstelligen, kopen we als centrale bank obligaties op van staten en bedrijven. De vraag is vervolgens of we als centrale bank voorwaarden kunnen verbinden aan het kopen van obligaties, bijvoorbeeld alleen van bedrijven die weinig CO2 uitstoten.

Daar is discussie over, want heeft dat wel voldoende samenhang met onze kerntaak: het bevorderen van prijsstabiliteit? Bij het bewerkstelligen van prijsstabiliteit zijn wij echter ook gehouden aan de algemene doelstellingen van de Europese Unie. Daar voeren we ons beleid op uit. Hoe belangrijker de rol van klimaatdoelen binnen die algemene doelstellingen is, hoe meer legitimatie er voor de Europese centrale bank is om in de rol van het zorgen voor prijsstabiliteit ook klimaatdoelstellingen te betrekken. Duurzaamheid is gelukkig een belangrijk Europees thema, dus wat dat betreft hebben we binnen ons mandaat zeker mogelijkheden om klimaatvriendelijke keuzes te maken.”

Hoe kan De Nederlandsche Bank via de toezichthoudende rol invloed uitoefenen op klimaatverandering?

“Ook in de toezichthoudende rol heeft De Nederlandsche Bank te maken met milieurisico’s, die brengen namelijk financiële risico’s mee. Stel, een bank heeft leningen verstrekt met als onderpand kantoorpanden die niet het juiste energielabel hebben. Die panden zullen dan op een gegeven moment niet meer kunnen worden verhuurd en brengen dan dus niets meer op als ze zouden moeten worden verkocht om de lening af te betalen. Daarmee loopt de betreffende bank dus een financieel risico. Als toezichthouder vragen wij op welke wijze financiële instellingen rekening houden met dergelijke risico’s.

Overigens is het niet zo dat het financiële risico op zogenaamde bruine producten per se hoger is dan op groene producten. Bij een lening aan een kolenmijn bestaat het risico dat een overheid de kolenmijn sluit en dat die daardoor failliet gaat. Maar bij een lening voor een windmolenpark waarvoor subsidie wordt gebruikt, bestaat het risico dat die subsidie wordt ingetrokken. Ook dat brengt financiële risico’s met zich mee. Wij vragen de financiële instellingen om die risico’s inzichtelijk te maken. Dat is een lastige opgave, want ze moeten risico’s in de toekomst inschatten. Daarvoor reiken we hun handvatten aan, een guidance.

Overigens is op dit punt recentelijk belangrijke Europese regelgeving tot stand gekomen: de sustainable finance taxonomie. Dat is een meetlat aan de hand waarvan je kunt vaststellen welke activiteiten groen en bruin zijn. Deze meetlat maakt ook inzichtelijk of een bepaalde activiteit die groen lijkt ook daadwerkelijk groen is. Dat is namelijk zeker niet altijd het geval. Dat heet greenwashing. Voor een bank is deze taxonomie dus een belangrijk hulpmiddel, evenals de Transparantie Verordening die bedrijven verplicht tot openbaarmaking van duurzaamheidsrisico’s.”

Hoe ziet u de rol van juristen in de klimaatcrisis?

“Juristen moeten in elke klimaatkwestie zoeken naar de juiste juridische haakjes. Veel ontwikkelingen lopen via het milieurecht. Er is een tendens zichtbaar dat schending van mensenrechten het juridische haakje is om een procedure aan te spannen. Nederland loopt voorop als het gaat om belangrijke klimaatuitspraken, de Urgenda-zaak en recent de Shell-uitspraak zijn daarvan voorbeelden. Het is overigens een interessante vraag of het de taak van de rechter is om normen vast te stellen, zoals in de Shell-uitspraak aan de orde was.

Naar aanleiding van de Shell-uitspraak is opgemerkt dat bedrijven als Shell zich naar aanleiding van deze uitspraak in het buitenland zullen vestigen. Ook wordt gesteld dat afnemers van Shell bij een andere producent brandstof zullen kopen, zodat de uitspraak weinig invloed heeft. Ik denk dat men dan de grote ontwikkeling die mondiaal op dit gebied gaande is, over het hoofd ziet. Ook in andere landen worden namelijk soortgelijke procedures gevoerd en ook daar worden successen geboekt.

Onlangs is bijvoorbeeld in Ierland op basis van dezelfde argumentatie als in de Urgenda-zaak, met een beroep op mensenrechten, een zaak tegen de staat gewonnen. Deze mensenrechten werken rechtstreeks, of geven invulling aan open normen, zoals zorgvuldigheidsnormen. Wat dat betreft is het wellicht een kwestie van tijd dat overal dezelfde voorwaarden zullen gelden. Het verplaatsen van een bedrijf levert dan niets op.”

Waarover gaat uw bijdrage op het symposium op 25 juni?

“Ik zal ingaan op de rol en de mogelijkheden van De Nederlandsche Bank bij het tegengaan van klimaatverandering. Ook ga ik in op de verschillende ontwikkelingen rondom juridische procedures die in dit kader gevoerd gaan worden. Bedrijven moeten er rekening mee houden dat klimaatverandering ongelofelijk veel geld gaat kosten als ze niets doen. Niet alleen door natuurrampen, maar ook door de aansprakelijkheidsrisico’s. De verwachting is dat steeds meer financiële instellingen aangesproken worden omdat ze bijvoorbeeld geïnvesteerd hebben in bedrijven die voor veel CO2-uitstoot zorgen. Ook de andere kant zal ik belichten: bedrijven die geen rekening of lening kunnen krijgen omdat de bank geen zaken meer met hen wil doen omdat ze te weinig aan het tegengaan van klimaatverandering doen.

Ik vind het mooi om te zien dat het CPO het thema klimaat & recht breed en grondig heeft opgepakt en een mooi programma heeft ontwikkeld. Er is zoveel kennis op dit gebied, het is belangrijk om die met elkaar te delen. Het symposium is daarvoor een mooi moment.”

Frits-Joost Beekhoven van den Boezem is general counsel en divisiedirecteur Juridische zaken van De Nederlandsche Bank, en hoogleraar Onderneming en financiering aan de Radboud Universiteit.

Hoe kan de klimaatbewuste jurist bijdragen aan het stoppen van klimaatverandering? Daarover gaat het CPO-congres ‘De klimaatbewuste jurist’ op 25 juni 2021. Meer info & aanmelden

 

Delen:

Scroll naar boven