Partnerbijdrage van

“Juristen onderschatten hoeveel fouten je kunt maken in Duits-Nederlandse zaken”

Delen:

Axel Hagedorn

Duitsland en Nederland zijn belangrijke handelspartners, maar hun rechtssystemen verschillen sterk. Kennis daarvan is noodzakelijk om fouten te voorkomen, stelt Axel Hagedorn, advocaat ondernemingsrecht en Duitse Rechtsanwalt.

Waarom is kennis van het Duitse en het Nederlandse rechtssysteem zo belangrijk?
“De verschillen tussen beide landen zijn groot. Juristen onderschatten dat vaak, is mijn ervaring. En zij onderschatten daarmee ook hoeveel fouten je in de praktijk kunt maken als je zonder de juiste kennis aan zaken werkt. Fouten die zeer grote consequenties kunnen hebben. Tijdens de Dag van de Duits-Nederlandse Rechtspraktijk gaan we daarom uitgebreid in op de verschillen tussen beide rechtssystemen.”

Kunt u voorbeelden noemen van de verschillen?
“In het arbeidsrecht is het verschil in opzeggen een mooi voorbeeld. Een Duitse werkgever kan een werknemer vrij eenvoudig per brief opzeggen. Is de werknemer het daar niet mee eens, dan moet hij binnen drie weken een dagvaarding uitbrengen bij het Arbeitsgericht, mits de onderneming meer dan tien werknemers heeft. Komt de werknemer niet in actie, dan is het ontslag rechtsgeldig tot stand gekomen. Ik heb meegemaakt dat een Nederlandse advocaat – onbekend met de Duitse regels – reageerde op een ontslagbrief met een voorstel om te onderhandelen over een vergoeding. Hij verzuimde om een dagvaarding in te dienen, zodat het ontslag na drie weken rechtsgeldig was en de werknemer met lege handen stond.”

“Ook in het vennootschapsrecht gelden andere regels. Een directeur van een Duitse GmbH heeft geen adviesrecht in de aandeelhoudersvergadering. Hij is daar normaal gesproken ook niet bij aanwezig. In mijn praktijk merk ik dat Duitsers verrast zijn dat het in Nederland anders is geregeld. Men is soms haast verontwaardigd dat een Nederlandse directeur de aandeelhouders mag adviseren, nota bene over zijn eigen ontslag!”

Er bestaan dus grote verschillen tussen de rechtssystemen. Geldt dat ook voor de cultuur?
“Jazeker, ik zie dat heel duidelijk terugkomen in de manier van zakendoen. Bij Duitsers gaat het altijd om de inhoud, maar bij Nederlanders draait het om de relatie. Zij praten eerst over koetjes en kalfjes, pas als de sfeer goed is beginnen ze over zaken. Maar de Duitse handelspartners zie ik dan geïrriteerd raken, die denken: komm mal zum Punkt.”

“Hetzelfde geldt voor het onderhandelen. Nederlanders zetten altijd hoog in, omdat ze ervan uitgaan dat ze in het onderhandelingsproces water bij de wijn moeten doen. Die marge hebben ze dan al ingebouwd. Maar Duitsers pakken het anders aan. Zij onderbouwen hun voorstel en je moet van goeden huize komen om daartegen iets in te brengen. Duitsers voelen zich niet serieus genomen als je met een veel lager tegenbod komt.”

“Tot op hoog niveau worden deze cultuurverschillen onderschat. De gang van zaken rondom het faillissement van Fokker jaren geleden is daarvan een voorbeeld. Het Duitse DASA had een noodplan opgesteld om het bedrijf te redden en had berekend dat daarvoor 2 miljard gulden nodig was. Zij wilden daarvan 1 miljard betalen en vroegen de Nederlandse Staat om de andere miljard bij te dragen. Nederland beschouwde dit als het begin van een onderhandelingsproces en bood 250 miljoen, later maar 500 miljoen. Het gevolg? DASA trok de stekker uit het proces. De Duitsers waren tot op het bod beledigd. In het curatorenbericht is hierover letterlijk opgenomen: ‘Wij zijn geen paardenhandelaren’. Alle reden dus om je goed bewust te zijn van cultuurverschillen.”

U kent beide rechtssystemen goed. Welke Nederlandse bepalingen zou u in Duitsland willen gebruiken?
“De toegevoegde waarde van de Ondernemingskamer in Nederland vind ik groot. Daar kun je met een voorlopige voorziening snel duidelijkheid krijgen over een aandeelhoudersconflict. In Duitsland moet je daarvoor een lange procedure bij de rechtbank voeren terwijl in de tussentijd de patstelling blijft bestaan.”

“Ook de mogelijkheid om voor de Nederlandse rechter in de Engelse taal te procederen bij het sinds 1 januari 2019 bestaande Netherlands Commercial Court, vind ik een pluspunt. Veel partijen doen namelijk zaken in het Engels en dan is het prettig om ook in het Engels te procederen. Je voorkomt daarmee vertaalproblemen.”

En welke Duitse bepalingen vindt u beter dan de Nederlandse variant?
“In Duitsland moet de werkgever het loon van een zieke werknemer zes weken lang doorbetalen, daarna neemt de overheid het over. In Nederland geldt een loondoorbetalingsverplichting van twee jaar. Ook geldt een opzegverbod tijdens ziekte. Een dergelijke bepaling kennen ze niet in Duitsland. Het Nederlandse systeem heeft grote consequenties voor werkgevers met minder dan tien werknemers. Voor hen is de lange loondoorbetalingsperiode bijna niet op te brengen. Het belemmert naar mijn mening ook de arbeidsmarkt, want de risico’s om iemand in dienst te nemen zijn te groot.”

“Een ander voorbeeld is de regeling rondom verjaring. In Nederland geldt een algemene verjaringstermijn van vijf jaar, maar die termijn kan steeds gestuit worden met een enkele brief waarin je daarop een beroep doet. Dat geeft onzekerheid over mogelijke claims. Bedrijven moeten daarvoor geld reserveren. In Duitsland kun je een verjaringstermijn alleen stuiten door een dagvaarding uit te brengen. Dat geeft direct meer rechtszekerheid.”

“Zolang er nog verschillen bestaan geldt: zorg dat je ze goed kent voordat het misgaat. Tijdens de Dag van de Duits-Nederlandse Rechtspraktijk komen ze aan de hand van uiteenlopende onderwerpen en praktijkvoorbeelden uitgebreid aan bod.”

De Dag van de Duits-Nederlandse Rechtspraktijk vindt plaats op 15 juni 2020 in Nijmegen. 

Meld u nu aan

Delen:

Scroll naar boven